Le vendredi 15 novembre - l'adjectif qualificatif

L'adjectif qualificatif:
  1. quoi 
  2. l'accord
  3. le féminin 
  4. le pluriel
  5. la place 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

L'adjectif qualificatif:
  1. quoi 
  2. l'accord
  3. le féminin 
  4. le pluriel
  5. la place 

Slide 1 - Tekstslide

Tekst
Wat doet een bijvoeglijke naamwoord?

Slide 2 - Woordweb

Noem een 'Nederlands bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Woordweb

Noem een Frans bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Woordweb

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord 
WAT WEET JIJ OVER HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD (BN)?

1. Wat doet het bijvoeglijk naamwoord? 
2. Noem een Nederlands bijvoeglijk naamwoord?
3. Geef een voorbeeld van een Frans bijvoeglijknaamwoord?

Slide 5 - Tekstslide

Les objectifs
Ik kan na de les: 
  • uitleggen wat een bn is
  • bn correct aanpassen: geslacht (mv/v) & getal (enk./mv.) ,
  • bijvoeglijke naamwoorden op correcte plaats zetten

Slide 6 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
1. Quoi? 
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord of het onderwerp. 

Exemple
1. Un garçon est grand, une fille est grande. 
2. Deux grands garçons et deux grandes filles.

Slide 7 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
2. L'accord 
In het Frans verandert het bijvoeglijk naamwoord mee met het zelfstandig naamwoord of het onderwerp waarbij het hoort.

De standaardregel is dus: 

Masculin
Féminin
Singulier
+e
Pluriel
+s
+es

Slide 8 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
Ook kleuren zijn bijvoeglijke naamwoorden 




Slide 9 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
3 . Le féminin de l'article - cas particuliers


 
 



-e = -e
un homme triste
une femme triste
-x  -se
un chat nerveux
une fille nerveuse
 -f  -ve
un homme sportif
une femme sportive
-on -> -onne
un homme mignon
 une femme mignonne
er  -ère 
le dernier examen
la dernière photo

Slide 10 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
3 . Le féminin de l'article - cas particuliers - NQL p. 33


 
 



Slide 11 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
3 . Le féminin de l'adjectif - des formes spéciales - Pelckmans p. 33
                 



 
 



un bonnet blanc
une chemise blanche
un automne doux
une été douce
mon film favori 
ma chanson favorite
un costume fou
une idée folle
un concert super 
une ambiance super

Slide 12 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
3 . Le féminin de l'adjectif - des formes spéciales - NQL p. 33
                 

 
 
 
 
  
  



 
 



un coca frais
une boisson fraîche
un ami cool
une amie cool
un homme roux
une moustache rousse
un vieux chateau
une vieille ville
un long chemin
une longue histoire
un gros arbre
une grosse goutte (druppel)

Slide 13 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
3 . Le féminin de l'adjectif - des formes spéciales - Noteren bij het kader NQL p. 33
                 

 
 
 
 
 
beau, nouveau et vieux                        devant une voyelle (klinker) ou h de liaison d'un nom masculin -> bel, nouvel, vieil


  



 
 



un beau garçon
Mais un bel ananas
une belle fille

un nouveau directeur
Mais un nouvel élève
une nouvelle directrice
un vieux quartier
Mais un vieil homme
une vieille maison

Slide 14 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
3 . Le pluriel de l'adjectif - des formes spéciales - NQL3 p. 34
                 

 
 
 
 
  
  



 
 



-s -> -s
un livre français
des livres français
-x -> -x
un élève curieux
des élèves curieux
-eau -> -eaux
un nouveau prof
des nouveaux profs
- al -> -aux
un garçon spécial
des garçons spéciaux
-eu -> -eus
un t-shirt bleu
des t-shirts bleus
-ou -> -ous
un garçon fou
des garçons fous

Slide 15 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
4. La place de l'adjectif           
Het BN staat standaard achter het zelfstandig naamwoord

  • une idée originale
  • les informations intéressantes
  • un paysage vert
  • des vacances aventureuses

 



 
 



Slide 16 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
4. La place          
 
behalve deze uitzonderingen die voor het zelfstandig naamwoord staan: 
beau – joli – chouette – gentil 
bon – mauvais 
dernier – premier
grand – petit
jeune – vieux  - nouveau 
meilleur – pire
les nombres ordinaux: premier, deuxième, ...
 
 
 
 
  
  



 
 



Slide 17 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
bijvoeglijk naamwoord
4. La place           

Opgelet bij de uitzonderingen die voor het zn komen!
  • des professeurs formidables <-> de bons professeurs
  • des vêtements modernes <-> de beaux vêtements

DES wordt DE als het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord staat

 
 
 
 
  
  



 
 



Slide 18 - Tekstslide

Een quiz over l'adjectif qualificatif
  •  Log in met de code via Lessonup.com (zie bord).
  • Je eigen naam invullen.
  • Bonne chance!

Slide 19 - Tekstslide

Tekst
timer
1:00
Wat doet een bijvoeglijke naamwoord?

Slide 20 - Woordweb

Welke letter of letters komen er bij de standaard vorm van een bijvoeglijk naamwoord achter, wanneer het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is?
timer
1:00
A
s
B
ses
C
e
D
es

Slide 21 - Quizvraag

Les chaussures ... (blanc)

Slide 22 - Open vraag

Maak een zinnetje met de volgende woorden:

fille + méchant
timer
1:00000

Slide 23 - Open vraag

Est-ce que le garçon est grand ou grande?
A
le garçon est grand
B
le garçon est grande

Slide 24 - Quizvraag

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
sportif
sportive
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 25 - Sleepvraag

Le cochon est petit.
Le cochon est petite.
La maison est bleu.
La maison est bleue.
Milou et son amie sont très fous.
Milou et son amie sont très folles.

Slide 26 - Sleepvraag

Welke twee kleuren zijn onveranderlijk (invariable)?
timer
1:00
A
orange
B
rouge
C
gris
D
marron

Slide 27 - Quizvraag

Leuke/slimme ezelsbruggetjes voor de bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 28 - Woordweb

Hoe ging dit? Denk je dat je extra uitleg nodig hebt?
Heel goed, geen extra uitleg nodig
Ging goed, geen extra uitleg nodig
Ging wel, niet perse extra uitleg nodig
Niet zo goed, ik heb extra uitleg nodig
Slecht, ik heb extra uitleg nodig

Slide 29 - Poll

Faire des exercices
  • Faire exercice individuellement
  • Bookwidgets vak FR
  • p. 31 ex. 3
  • p. 34 ex. 4
  • p. 36 ex. 2
  • Extra uitleg -> uitlegtafel 

Slide 30 - Tekstslide

In hoeverre is jouw persoonlijke lesdoel van deze les nu behaald?

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Les devoirs
Répéter:
  • l'adjectif possessif
  • les articles
  • la négation
  • l'adjectif qualificatif
  • Vocabulaire E t/m J leren

Slide 32 - Tekstslide

Hoe ging dit? Denk je dat je extra uitleg nodig hebt?
Heel goed, geen extra uitleg nodig
Ging goed, geen extra uitleg nodig
Ging wel, niet perse extra uitleg nodig
Niet zo goed, ik heb extra uitleg nodig
Slecht, ik heb extra uitleg nodig

Slide 33 - Poll