week 12 - regelmatige werkwoorden -ar/-er/-ir

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repaso familia
  • corregir los deberes
  • verbos -AR, -ER, -IR


Jueves, 20 de marzo
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repaso familia
  • corregir los deberes
  • verbos -AR, -ER, -IR


Jueves, 20 de marzo

Slide 1 - Tekstslide

Deberes
Huiswerk voor woensdag 26 maart les 5:
  • Leren woordjes blok 2
  • Leren vervoeging werkwoorden -ar, -er, -ir
  • maken LE: 3.24, 3.25, 3.26, 3.27


Do 10 april SO
(zie planner)

Slide 2 - Tekstslide

ser, yo

Slide 3 - Open vraag

llamarse, vosotros

Slide 4 - Open vraag

tener, ellos

Slide 5 - Open vraag

ser, Paco

Slide 6 - Open vraag

llamarse, tú

Slide 7 - Open vraag

tener, Eva y tú

Slide 8 - Open vraag

Es mi

Slide 9 - Open vraag

Son......

Slide 10 - Open vraag

Marge y Homer son los .......... de Bart, Liza y Maggie

Slide 11 - Open vraag

Max es el ............ de Jos.

Slide 12 - Open vraag

¿Y cómo es tu familia?
Yo tengo....
Mi padre se llama...
Mi hermano tiene... años

leerdoel: familieleden

Slide 13 - Tekstslide

A corregir
LE: ej. 3.13, 3.14, 3.15, 3.17

Slide 14 - Tekstslide

A practicar

  • Escuchamos ej. 2
leerdoel: familieleden
LA: pág. 54

Slide 15 - Tekstslide

Los verbos -AR

Slide 16 - Tekstslide

Wat waren de uitgangen van de werkwoorden
die eindigen op -AR?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

  • Bestudeer 3 minuten je kaartje.
leerdoel: regelmatige werkwoorden
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Intercambiar
Leg aan je klasgenoot uit hoe je het werkwoord wat op jouw kaartje stond vervoegt. 
leerdoel: regelmatige werkwoorden

Slide 20 - Tekstslide

verbos regulares
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
hablar
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
comer
como
comes
come
comemos
coméis
comen
vivir
vivo
vives
vive
vivimos
vivís
viven
praten
eten
wonen/leven
leerdoel: regelmatige werkwoorden
Vervoeg nu zelf in je schrift:
beber, leer, escribir, abrir

Slide 21 - Tekstslide

uitwerking
beber (drinken)
bebo
bebes
bebe
bebemos
bebéis
beben
leer (lezen)
leo
lees
lee
leemos
leéis
leen
escribir (schrijven)
escribo
escribes
escribe
escribimos
escribís
escriben
abrir (openen)
abro
abres
abre
abrimos
abrís
abren
Leerdoel: werkwoorden

Slide 22 - Tekstslide

A practicar
  • ej. 1


LA: pág. 56
Leerdoel: werkwoorden

Slide 23 - Tekstslide