TH1f - Wednesday 18 Jan - recap unit 2.4 & 2.5

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
  • Game: left side or right side
  • check your homework!
  • multiple choice questions
  • (half)open questions
  • three sentences (check your neighbour's sentences)
  • Blooket

Slide 2 - Tekstslide

Game
There will be two answers, one on the left and one on the right.
Walk to the correct side of the classroom!

Slide 3 - Tekstslide

(+) You...(drink) orange juice every day.
drinks
                                       drink

Slide 4 - Tekstslide

(+) She always...(to walk) to school.
walks
                                          walk

Slide 5 - Tekstslide

(-) We ...(to play) against SVB.
play not
                               don't play

Slide 6 - Tekstslide

(-) He... (to work) on Sundays.
doesn't work
                              don't work

Slide 7 - Tekstslide

(?) ... you sometimes...(to ride) your bicycle?
ride you
do (you sometimes) ride

Slide 8 - Tekstslide

(?)...it...(to love) your cuddles?
does (it) love
                              do (it) love

Slide 9 - Tekstslide

Homework check!
Huiswerk controle!
p. 68  --> ex. 4 & 5
p. 75 --> ex. 3, 4 & 5







Slide 10 - Tekstslide

Wanneer gebruik de present simple?
Je gebruikt de present simple als je iets ALTIJD, VAAK of NOOIT doet.
Iets wat je dus regelmatig doet.
Ik loop elke dag naar school.
I walk to school every day.

Slide 11 - Tekstslide

Vaak staan er woorden in de zin waardoor je de present simple kunt herkennen.
Het gaat om de deze woorden:
always - altijd
never - nooit
often - vaak
usually - gewoonlijk
sometimes - soms

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je de zin?
Je houdt het zo SIMPEL mogelijk.
I walk
you walk
he/she/it  walks
we/they/you walk

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoorden die op medeklinker + y eindigen
Bij he/she/it vervang je de y met IES:

I cry.
He/she/it crIES.

Maar bij klinker + y krijg je gewoon S erachter:
I play.   he/she/it playS

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je ontkennende zinnen?
Je gebruikt het hulpwerkwoord "don't" en bij he/she/it gebruik je "doesn't"
I don't walk to school every day.
You don't walk to school every day.
He doesn't walk to school every day.
She doesn't walk to school every day.
We don't walk to school every day.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak je vraagzinnen?
Je zet "do" vooraan in de zin en bij he/she/it zet je "does"
Do I often read books?
Do you often read books?
Does he often read books?
Does she often read books?
Do we often read books?
Do they often read books?





Slide 16 - Tekstslide

He.....(to like) Marvel.
A
like
B
likes

Slide 17 - Quizvraag

I never (to play) football.
A
to play
B
plays
C
play

Slide 18 - Quizvraag

They usually (to visit) the library.
A
to visit
B
visits
C
visiting
D
visit

Slide 19 - Quizvraag

ONTKENNEND
She (to eat) spinach on Sundays.
A
to eat
B
eats
C
don't eat
D
doesn't eat

Slide 20 - Quizvraag

ONTKENNEND
You (to ride) your bicycle on Saturdays.
A
not ride
B
doesn't ride
C
don't ride
D
dont ride

Slide 21 - Quizvraag

VRAGEND
....you...(to play) basketball three times per week?
A
to play
B
do (you) play
C
does (you) play
D
(you) play

Slide 22 - Quizvraag

VRAGEND
....it...(to listen) to your whistle?
A
to listen
B
does (it) listen
C
do (it) listen
D
(it) listens

Slide 23 - Quizvraag

Maak de zin af:
(+) Mr. Coskun often...(to read) Marvel comics.

Slide 24 - Open vraag

Maak de zin af:
(+) Wout usually...(to eat) fish and chips.

Slide 25 - Open vraag

Maak de zin af:
(?) ...Els always...(to help) her friends?

Slide 26 - Open vraag

Three sentences
1) Pak je schrift erbij. (Laptops uit)

2) Maak drie present simple zinnen over jezelf. Houd het SIMPEL:
Denk aan dingen die je elke dag, elke week, vaak, soms of juist nooit doet. (sporten, instrument bespelen, lezen, hobby's, school, etc.)

3) Ruil je schrift met je klasgenoot en controleer elkaars zinnen met een rode pen.

Slide 27 - Tekstslide