woordenschat hoofdstuk 6

Woordenschat hoofdstuk 6
Klas 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat hoofdstuk 6
Klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg
- Oefenen
- Zelfstandig werken
- Kahoot?

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
- Na deze les weet je hoe je het beste een onbekend woord kan opzoeken in het woordenboek

Slide 3 - Tekstslide

Onbekend woord?
Zoek in de tekst naar de betekenis!


In H1  t/m  H5 heb je hiervoor vijf manieren geleerd:

Slide 4 - Tekstslide

Welke manieren ken je nog?

Slide 5 - Open vraag

5 woordraadstrategieën
        
  • Zoek een synoniem 
  • Zoek een omschrijving of definitie
  • Zoek een voorbeeld
  • Zoek een tegenstelling
  • Zoek een bekend woorddeel

Slide 6 - Tekstslide

Woordenboek

Kun je de betekenis van een woord niet bedenken met behulp van één van de vijf andere woordraadstrategieën: 

gebruik dan een woordenboek              ( 6e woordraadstrategie)

Slide 7 - Tekstslide

bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van
'aangeschaft'
A
geschaft
B
aangeschaft
C
aanschaffen
D
schaft aan

Slide 8 - Quizvraag

zoeken in het woordenboek

Bij werkwoordsvormen: zoek bij het hele werkwoord

Voorbeeld:            loopt --> lopen
                                  gevestigd --> vestigen

Slide 9 - Tekstslide

bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van 'processen'
A
processen
B
proces
C
processie
D
prosecco

Slide 10 - Quizvraag

zoeken in het woordenboek

bij zelfstandige naamwoorden: 
zoek altijd  het enkelvoud van een woord

Voorbeeld:            certificaten--> certificaat
                                   bijwerkingen --> bijwerking

Slide 11 - Tekstslide

Bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van
'commerciële'
A
commercie
B
commerciele
C
kommercie
D
commercieel

Slide 12 - Quizvraag

zoeken in het woordenboek


de korte vorm van het woord

Voorbeeld:            sportieve--> sportief
                                   transparante --> transparant

Slide 13 - Tekstslide

Bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van
'gezondheidsrisico'
A
gezond
B
heid
C
gezondheid of risico
D
riskant

Slide 14 - Quizvraag

zoeken in het woordenboek

bij samenstellingen:
een deel van de samenstelling

Voorbeeld:            Facebookprofiel--> profiel
                                   inschrijftermijn --> termijn

Slide 15 - Tekstslide

Bij welk woord zoek je in het woorden boek de betekenis van de uitdrukking
'Dat ligt hem zwaar op de maag'
A
maag
B
zwaar
C
liggen
D
ligt

Slide 16 - Quizvraag

zoeken in het woordenboek

bij spreekwoorden of uitdrukkingen:
het belangrijkste zelfstandig naamwoord

Voorbeeld:            Hij heeft iets op zijn lever--> Lever
                                   

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Kader: Opdracht 2, 3 & 5 blz. 154
Mavo: Opdracht 2, 3 & 4 blz. 154

Slide 18 - Tekstslide