Begin met: Dear Sir/Madam, (en niet meer met ‘hello’ erna)
Dear Sir/Madam,
I would like to introduce myself. My name is (voor- en achternaam). I am a 15-year-old boy. (let op streepjes) of I am a boy and I am 15 years old. (let op meervoud)
Slide 2 - Tekstslide
Most commonly made mistakes
Afkortingen uitschrijven om fouten te voorkomen
it's -> it is
don't -> do not
- ik = I
Met een hoofdletter!!!!
Slide 3 - Tekstslide
Most commonly made mistakes
- Spreektaal vermijden
u -> you
wanna -> want to (liever: would like to)
gonna -> going to
cause/cuz -> because
- woordvolgorde: WIE DOET WAT WAAR WANNEER
Dus plaats en tijd aan het aan het einde van de zin, eerst plaats, dan tijd
Slide 4 - Tekstslide
Most commonly made mistakes
Common spelling mistakes
- were/where We were friends. (Wij waren vrienden) Where do you live? (Waar woon jij?)
- very (niet verry)
- with (niet whit)
- to/too (too = ook of te als in te veel)
- of/off
- peaceful/beautiful (niet peacefull of beautifull)
Slide 5 - Tekstslide
Most commonly made mistakes
Meervoudsvormen
-s aan het woord vast! cafe -> cafes
hobby -> hobbies
lidwoorden a/an -> a man, an apple/orange (klinkerklank)a 15-year-old boy
Meervoudsvormen
-s aan het woord vast!
cafe -> cafes
hobby -> hobbies
lidwoorden a/an -> a man
an apple/orange (klinkerklank)
a 15-year-old boy
Slide 6 - Tekstslide
In general:
- Read your assignment well.
- Do you have all the components in your letter that you needed?
- Use a dictionary if allowed or use the words in your text given.
Slide 7 - Tekstslide
Now it's your turn
- Correct the letter given to you. You can write on your hand out.