In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Verhoudingen vergelijken
Terugblik
samen oefenen
aan de slag
Slide 1 - Tekstslide
Hoe werkt een kruistabel?
getallen in de tabel zetten, zelfde eenheid= naast elkaar
schuine getallen vermenigvuldigen (x)
delen door het laatste getal
3
2
4
Slide 2 - Tekstslide
Renske stort een betonnen vloer van 3 vierkante meter in haar toilet.Voor de betonnen vloer is 150 kilogram beton per 10 vierkante meter nodig. Hoeveel kilogram beton heeft Renske nodig?
Slide 3 - Open vraag
Uitleg kruistabel?
Renske stort een betonnen vloer van 3 vierkante meter in haar toilet.Voor de betonnen vloer is 150 kilogram beton per 10 vierkante meter nodig.
Hoeveel kilogram beton heeft Renske nodig?
150kg
10
3
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg
3 x 150 = 450 of eerst naar 1, dan naar 3
450 : 10 = 45
150kg
10
3
150kg
15
45
10
1
3
Slide 5 - Tekstslide
Stappen verhoudingen vergelijken
stap 1 = euro : aantal
stap 2 = welke is minder
Slide 6 - Tekstslide
De Prijzenknaller verkoopt 3 flessen douchegel voor € 5,45.
De Voordeelmarkt verkoopt 6 flessen douchegel voor € 10,40.
Bij welke winkel zijn de flessen douchegel naar verhouding het goedkoopst?
5,45 : 3 = 1,8166666666
10,40 : 6 = 1,733333333
dus 6 flessen is naar verhouding het goedkoopst
Slide 7 - Tekstslide
Welke doos ijsjes is naar verhouding het goedkoopst?