6.3 Rekenen met de factor

Hoofdstuk 6 - 
Vergroten

§ 6.3 Rekenen met de factor
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 - 
Vergroten

§ 6.3 Rekenen met de factor

Slide 1 - Tekstslide

Nodig:
Ruitjesschrift
Wiskundeboek
Rekenmachine
Pen, potlood
Geodriehoek

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
 
        Voorkennis ophalen            5
        Instructie § 6.3                     15
        Maken § 6.3
        opdracht 15 t/m 22            20
        Afsluiting                                 5


VMBO

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
  • Ik kan de begrippen 'origineel' en 'beeld' uitleggen.
  • Ik kan ontbrekende maten bij een vergroting berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

Op je wisbordje:
Bereken de factor.



Slide 5 - Tekstslide

Terugblik

De factor is 1,33.
Bereken zijde EF.



Slide 6 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: uitleg § 6.3





      



Slide 7 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: uitleg § 6.3





      



De figuur die je vergroot, heet origineel en de vergroting heet beeld.



Slide 8 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: uitleg § 6.3



Factor meer dan (>) 1

      



De figuur die je vergroot, heet origineel en de vergroting heet beeld.

beeld wordt groter.


Slide 9 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: uitleg § 6.3



Factor meer dan (>) 1

Factor minder dan (<) 1       



De figuur die je vergroot, heet origineel en de vergroting heet beeld.

beeld wordt groter.

beeld wordt kleiner.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: uitleg § 6.3



Factor meer dan (>) 1

Factor minder dan (<) 1       



De figuur die je vergroot, heet origineel en de vergroting heet beeld.

beeld wordt groter.

beeld wordt kleiner.
Let op: dit wordt wel vergroten genoemd!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Als je het origineel met een factor groter dan 1 vermenigvuldigt, dan wordt het beeld...
A
groter
B
kleiner
C
blijft even groot

Slide 13 - Quizvraag

Als je het origineel met een factor kleiner dan 1 vermenigvuldigt, dan wordt het beeld...
A
groter
B
kleiner
C
blijft even groot

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Nu:
 
        Maken § 6.3
        opdracht 15 t/m 22           20          Afsluiting                                 5


VMBO
Klaar? 
Kijk je werk na en verbeter je foutjes. 
Snap je het niet? 
Stel je vraag!
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Lesafsluiting

Wat is waar?      




A. Als de factor kleiner is dan 1, dan wordt de beeld groter. 

B. Als het beeld kleiner wordt, is het ook een vergroting. 

Slide 23 - Tekstslide

Volgende les huiswerk.
H. 6 § 6.3 af

Slide 24 - Tekstslide