VII Schrijf een verhaaltje over jezelf met behulp van de zinnen die je hebt geleerd. Er moet in ieder geval het volgende in staan (10p):
• Hoe je heet en waar je woont: B.v. Ich bin / ich heiße ... Ich wohne in ... (1p)
• Op welke school en in welke klas je zit: Ich gehe auf das Stanislascollege (1p) Ich gehe in Klasse ...
• Beoordeel een vak en vergelijk ook twee vakken met elkaar
Niederländisch finde ich interessant und Geschichte ist einfacher als Bio (2p)
• Zeg wat je van het telefoonbeleid vindt:
Ich finde es blöd, dass Handys im Unterricht verboten sind. (2p)
• Schrijf hoe laat je op woensdag uit bent: Am Mittwoch habe ich um zwei Uhr frei. (2p)
• Schrijf wanneer een docent leuk is en wanneer niet.
Es ist wichtig, dass ein Lehrer Humor hat und ich finde es doof, dass manche Lehrer zu viele Hausaufgaben aufgeben. (2p)