Je kunt het onderwerp en tekstdoel voorspellen door verkennend te lezen.
Je kunt aangeven uit hoeveel alinea's een tekst bestaat.
Je kunt aangeven welke alinea's bij de inleiding, middenstuk of slot horen.
Weten - Lezen 3
Slide 5 - Tekstslide
Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.
Verkennend lezen = stap 1 van het Leesplan.
Dit doe je voordat je een tekst gaat lezen.
- Lees de titel
- Bekijk de afbeelding (foto of tekening)
- Lees de eerste zinnen
- Lees de opvallende woorden
- Kijk naar de bron
Uitleg - Verkennend lezen (herhaling)
Doel:
onderwerp voorspellen
kijken of de tekst past bij je leesdoel
Slide 6 - Tekstslide
Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).
Uitleg - Inleiding - middenstuk - slot
Een goede tekst bestaat uit drie delen:
Inleiding: de schrijver vertelt waar de tekst over gaat. Meestal één alinea.
Middenstuk: de schrijver vertelt meer over het onderwerp. Het middenstuk bestaat meestal uit meerdere alinea's. In elke alinea wordt iets anders vertelt over het onderwerp (deelonderwerpen).
Slot: hier maakt de schrijver een duidelijk einde aan de tekst. Meestal één alinea.
Slide 7 - Tekstslide
Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).
Uitleg - Alinea's en tussenkopjes
Een tekst is verdeeld in alinea's. In iedere alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een volgende regel. Soms staat er tussen alinea's een witregel.
Boven een alinea of een groepje alinea's kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea of het groepje alinea's over gaat.
Slide 8 - Tekstslide
Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).
Zelfstandig werken - Blok 3 - Lezen
Lees
Uitleg 3.12, 3.13, 3.14 (blz. 137)
Maak
37, 38, 39, 40, 41
Hoe
1. alleen en in stilte 2. extra uitleg 3. schoudermaatje
Tijd
1. 10 minuten 2. 5 minuten 3. 10 minuten
Klaar
Lezen in je leesboek
Resultaat
Klassikaal nabespreken
timer
25:00
Slide 9 - Tekstslide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.