In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
00:34
Heb je alle opdrachten af?
Bekijk of je opdracht 1 tm 11 hebt gedaan van paragraaf 4.4 en oranje of groen hebt. Heb je een rode opdracht of één die niet af is? Kom terug in de les en vraag me of ik hem wil resetten. Dan kun je hem opnieuw maken!
Slide 2 - Tekstslide
02:09
Slide 3 - Tekstslide
02:40
Welke vraag moet je eerst stellen als je een opdracht maakt met present simple en present continuous?
Slide 4 - Open vraag
03:05
Wat is dan je volgende vraag?
Slide 5 - Open vraag
04:07
Tussen welke vormen van to be kun je kiezen?
Slide 6 - Open vraag
04:35
Wat is een pronoun?
Slide 7 - Open vraag
06:09
Waarvoor heb je doesn't nodig?
Slide 8 - Open vraag
06:48
We often ______ to the cinema (to go)
Slide 9 - Open vraag
08:19
He usually ________ his homework (not do)
Slide 10 - Open vraag
10:05
They ______ now (to study)
Slide 11 - Open vraag
11:12
We _______ now (not sleep)
Slide 12 - Open vraag
12:36
We _________ much wine (not/ drink)
Slide 13 - Open vraag
14:51
https:
Slide 14 - Link
14:58
Hoeveel fouten had je?
Slide 15 - Open vraag
15:02
https:
Slide 16 - Link
15:07
Hoeveel fouten had je?
Slide 17 - Open vraag
16:40
Neem 5 minuten om de woordjes goed te leren!
De woorden staan op bladzijde 130, 131 en 132
Het gaat om paragraaf 3.3 en 3.4!
Slide 18 - Tekstslide
16:48
Vertaal de volgende woorden uit je hoofd: 1. to cheer up 2. proud 3. jaloers 4. vriendelijk 5. department store 6. skyscraper 7. bioscoop 8. postkantoor 9. vrijstaand huis 10. ziekenhuis