2.3 Verhang en verval

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planning

- Herhaling 2.3

- Uitleg deel II 2.3

- Aan de slag!

De bovenloop van de Rijn ligt onder andere in...............  en in ...................

De middenloop van de Rijn ligt in ......................... daar gaat de Rijn al ......................

De benedenloop van de Rijn ligt in het ...................... van 

..................... Daar gaat de Rijn zich .....................    en mondt uit als ..................

Antwoorden: 

vertakken

Zwitserland 

Nederland

Duitsland 

laagland 

meanderen

de Alpen

Delta

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding

Waterscheiding

Stroomgebied van de Rijn

Bovenloop

Stroomstelsel

Stroomgebied van de Maas

Verval =

hoogteverschil tussen 2 punten langs een rivier.

Wat is het verval tussen de oorsprong en de monding van de Rijn?

Verval=

hoogteverschil=

2500-2000= 500 m

Verval =

hoogteverschil tussen 2 punten langs een rivier.

Wat is het verval tussen de oorsprong en de monding van de Rijn?

Verhang =

verval per km, dus het hoogteverschil per km.

Hoe lang is de Rijn van oorsprong tot monding?

Hoe groot is het verhang?

Verval=

hoogteverschil=

2500-2000= 500 m

Bereken de verval en verhang:

Plaats 1: Spijk= 12m hoogte

Plaats 2: Hoek van Holland= 0m hoogte

Afstand tussen plaats 1 en 2 = 150km

Verval= hoogteverschil tussen 2 punten = ...................

Verhang= hoogteverschil per km = ......................... : ............... = .....m/km

Bereken de verval en verhang:

Plaats 1: Spijk= 12m

Plaats 2: Hoek van Holland= 0m

Afstand tussen plaats 1 en 2 = 150km

Verval= 12-0 = 12 m.

Verhang=......................... : ............... = .....m/km

Bereken de verval en verhang

Plaats 1: Spijk= 12m

Plaats 2: Hoek van Holland= 0m

Afstand tussen plaats 1 en 2 = 150km

Verval= 12-0 = 12 m.

Verhang= 12 m : 150 km = 0,08 m/km

Debiet & Regiem

• Wat? Lees nu zelf (in stilte) B96 (blz.61)
• Beantwoord daarna 3 vragen (volgende slide)
• 5 minuten de tijd!

1. Wat is debiet?
2. Wat is regiem?
3. Is het debiet in de boven- en benedenloop hetzelfde? Leg uit.

Aan de slag!

Wat? Opdrachten 2.3 afmaken (1 t/m 10), daarna nakijken

 Hoe? Alleen of met degene naast je, zachtjes overleggen

Eerder weg? Zorg dat je goed werkt (zachtjes overlegd en in ieder geval t/m vraag 6

Klaar? Laat docent zien en dan mag je gaan!

Aan de slag!

Wat? Maak keuzemenu D

 Hoe? Met degene naast je, zachtjes overleggen

Tijd: 20 minuten

Klaar? Opdrachten 2.3 afmaken (1 t/m 10), daarna nakijken 

Hoe vond je deze manier van uitleg/lesgeven?

Huiswerk morgen

Paragraaf 2.3 is af!