Economisch bekeken - H4.5 Het lijndiagram - B

4.5 Het lijndiagram 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.5 Het lijndiagram 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • een lijndiagram maken.
  • gegevens opzoeken in een lijndiagram.
Wat gaan we leren?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een lijndiagram is een lijn die verbonden wordt door middel van een aantal punten in een schema.

Er zijn twee assen:
  • Verticaal = Euro's
  • Horizontaal =  Leeftijd

Let op de titel! 

Lijndiagram

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stijgende lijn: "iets" neemt toe.
Dalende lijn: "iets" neemt af. 

Als er meerdere lijnen zijn kun je in de legenda zien wat de lijn betekent. 
Stijgende en dalende lijn

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
- Herhalen
- Rekentrainer samen doen
- Nakijken
- Zelf aan de slag

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  1. Wat is de titel?
  2. Welk gegeven staat er op de horizontale as?
  3. Welk gegeven staat er op de verticale as?
  4. Hoeveel boeken zijn er uitgeleend in 2012?

OPDRACHT

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 21 t/m 32 van hoofdstuk 4.5 het lijndiagram op bladzijde 98 + rekentrainer op bladzijde 102



Huiswerk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 175.000 scholieren
- Hoeveel scholieren van 14 jaar krijgen een vast bedrag per maand?

Stap 1 => bekijk in het diagram hoeveel procent van de 14 jarige scholieren een vast bedrag per maand ontvangen

Stap 2 => reken eerst terug naar 1% zodat je vervolgens kan uitrekenen hoeveel scholieren van 14 jaar een vast bedrag per maand krijgen
Extra oefenen, lijndiagram

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1, antwoord:
60% => je zoekt op de horizontale as de leeftijd op en kijkt vervolgens naar de zwarte lijn.

Stap 2, antwoord:
1% van 175.000 = 175.000/ 100 = 1.750
Vervolgens ga je 1.750 vermenigvuldigen met 60% (het antwoord van stap 1)
105.000
De gewone lijn ligt boven de stippellijn.
Wat is hier de oorzaak van?

Antwoord:
Er zijn meer scholieren die een vast bedrag per maand krijgen dan scholieren die een vast bedrag per week krijgen (de lijn van een vast bedrag per maand ligt boven de lijn van een vast bedrag per week)
Extra oefenen, lijndiagram

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1, antwoord:
60% => je zoekt op de horizontale as de leeftijd op en kijkt vervolgens naar de zwarte lijn.

Stap 2, antwoord:
1% van 175.000 = 175.000/ 100 = 1.750
Vervolgens ga je 1.750 vermenigvuldigen met 60% (het antwoord van stap 1)
105.000
Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 20 van hoofdstuk 4.5 het lijndiagram op bladzijde 96 en 97



Huiswerk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je dient te weten:
  • nadelige gevolgen van consumptie (uit je hoofd leren)
  • hoe je gegevens opzoekt in een lijndiagram en weten wat de lijnen in het diagram betekenen
  • hoe je kunt rekenen met gegevens uit het lijndiagram
  • hoe je verschillen kunt uitrekenen tussen verschillende soorten producten
Tips Basis

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt en succes vandaag!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je dient te weten:
  • welke consumentenorganisaties we hebben en waar ze voor staan opgesteld (ANWB, consumentenbond, verenging Eigen Huis)
  • welke informatie er in een vergelijkend warenonderzoek staat
    (uitslagen van een test van bijv. vergelijkbare stofzuigers van verschillende merken)
  • hoe je een vergelijkend warenonderzoek moet lezen
  • waaraan je kleding kunt herkennen die milieuvriendelijk wordt geproduceerd (organic cotton)
Tips Basis

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een witte chocoladereep kost € 1,50
Een melk chocoladereep kost € 2,00

Bereken hoeveel Jan meer moet betalen als hij 5 melk chocoladerepen gaat kopen.

Stap 1: bereken eerst het verschil per reep
Stap 2: het bedrag wat je bij stap 1 hebt uitgerekend doe je keer 5 (het aantal repen wat Jan koopt)
Extra oefenen, rekenen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je dient te weten:
  • Wat het verschil is tussen goederen en diensten
    Bijvoorbeeld de entree van een disco is dat een goed of een dienst?
  • Hoe je iets noemt wat vaak een korte tijd duurt maar wel door heel veel mensen wordt gespeeld/ gevolgd. Antwoord = een rage
  • waarom jongeren een belangrijke doelgroep zijn
  • wanneer reclames verboden zijn
  • Je dient lijngrafieken te kunnen lezen en mee kunnen rekenen
Tips GL

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heel veel succes!!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies