Verzorging 02 nagels lakken (Janneke van Veen)

De nagels lakken 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De nagels lakken 

Slide 1 - Tekstslide

Welke spullen zijn er nodig voor het lakken van de nagels?
A
Bananen, aardbeien, appels, peren, citroenen
B
Wattenschijfjes, nagellakremover, basislak, kleurlak, toplak
C
Een kom, een garde, melk, eieren, meel
D
Toiletpapier, toiletborstel, chloor, doekje

Slide 2 - Quizvraag

Stap 1
 
Nagellakremover
Kleurlak
Wattenschijfjes
Basislak
Toplak
  • Pak de volgende spullen zoals op de foto hieronder:

Slide 3 - Tekstslide

Maak nu een foto van je nagels.

Slide 4 - Open vraag

Stap 2
  • Verwijder de nagellak die op    je nagels zit. 
  • Pak hiervoor de     nagellakremover en een     wattenschijfje. 

Slide 5 - Tekstslide

Stap 3 
  • Vijl de nagels. Bedenk of vraag   welke vorm je hiervoor kiest. 
  • Let op! beweeg de vijl maar     een kant op. 

Slide 6 - Tekstslide

Maak een foto van de gevijlde nagels.

Slide 7 - Open vraag

Stap 4 
  • Lak de nagels met de basislak.
  • Laat de nagels even dorgen! 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom moet je eerst de basislak aanbrengen op de nagel?

Slide 9 - Open vraag

Stap 5 
  • Lak de nagels met de kleurlak
  • Laat de nagels even drogen! 

Slide 10 - Tekstslide

Stap 6 
  • Lak de nagels met de toplak. 
  • Laat de nagels goed drogen!

Slide 11 - Tekstslide

Waarom moet je de toplak aanbrengen op de nagel?

Slide 12 - Open vraag

Maak een foto van het resultaat!

Slide 13 - Open vraag