Stap 1: is het de persoonsvorm?
Stap 2: is de zin tegenwoordig of verleden tijd?
Stap 3: is het onderwerp 1 of meer?
Stap 4: wat is de stam van het werkwoord?
Stap 5: kijk naar het 't ex kofschip of 't sexyfokschaap
Stap 5: wat is de ik-vorm?
stap 6: ik-vorm + te(n)/de(n)