Jannes heeft een belangrijk gesprek gevoerd met een cliënt. Die is al naar huis en Jannes zit in zijn kantoor. Hij denkt na over het verloop van het gesprek. Op zich is hij best tevreden, maar hij vond dat het gesprek niet goed begon. Jannes vraagt zich af hoe dat kon. Misschien had hij de cliënt iets persoonlijker kunnen benaderen. Jannes noteert dit als aandachtspunt voor een volgend gesprek.