De oudste kastelen waren van hout. Eerst werd een hoge heuvel gemaakt van aarde. Die heuvel heet een motte. Daarbovenop staat een houten wachttoren. Om alle gebouwen heen staat een hoog houten hek, een palissade. Er is een grote hal, een keuken, wat schuren, stallen voor de koeien en paarden en werkplaatsen voor de smid en timmerman. De mannen van de ridder slapen op strozakken op de grond, allemaal bij elkaar. Soms slaapt de ridder daar ook, met zijn familie. Dirk en Alena wonen in een mottekasteel.