Les 10 März

10. März
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10. März

Slide 1 - Tekstslide

Wie kan een sticker verdienen en waarom?

Slide 2 - Tekstslide

Zielen:

- We kennen 4 of meer zinnetjes van:  Deutsch in der Klasse!!!
- We kunnen een gesprekje over ons huisdier voeren. 
- We kennen al een aantal woorden die met Essen te maken hebben. 



Slide 3 - Tekstslide

Deutsch in der Klasse

- Mag ik het raam dicht maken? 
- ik heb mijn huiswerk niet gemaakt. 
- Ik ben mijn boek vergeten.
- Hoe laat is het?
- Wanneer krijgen wij de cijfers?

                                                                                        

Slide 4 - Tekstslide

Sprechen
2 minuutjes oefenen: 

- Wat is jouw lievelingsdier?
- Mijn lievelingsdier is een kat.
- Heb jij een huisdier?
- Ja, ik heb een kat.
- Kun je jouw huisdier beschrijven?
- Mijn kat is klein en lief.
- Hoe oud is de kat?
- De kat is 2 jaar oud. 
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Start Kapitel 5

Slide 6 - Tekstslide

Was lernen wir in diesem Kapitel?
- Essen und trinken bestellen.
- Über Essen und Trinken sprechen.
- Typisch Deutsche Gerichte. 

Slide 7 - Tekstslide

ESSEN
Log in:

Slide 8 - Tekstslide

Ich bin schon in einem deutschen Supermarkt gewesen.
A
ja
B
nein

Slide 9 - Quizvraag

Ich habe schon in einem Restaurant in Deutschland gegessen.
A
ja
B
nein

Slide 10 - Quizvraag

Welche Wörter
kennt ihr schon?

Slide 11 - Woordweb

die Suppe
die Cola
das Brot
das Gemüse

Slide 12 - Sleepvraag

timer
0:30
die Butter
das Brötchen
der Käse
der Orangensaft
die Milch
der Apfel

Slide 13 - Sleepvraag

Typisch deutsche Gerichte

Slide 14 - Tekstslide

Currywurst
Weißwurst
Brezel
Sauerkraut
Kartoffelpuffer

Slide 15 - Sleepvraag

0

Slide 16 - Video

Wat betekent "das Frühstück"?

Slide 17 - Open vraag

Was ist: de Lunch, auf Deutsch?

Slide 18 - Open vraag

Wat is "het Diner" in het Duits

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Wat zegt de Duitse bakker over Nederlands brood?
A
ziet er heerlijk uit
B
het smaakt niet goed
C
het voelt als rubber
D
hij vindt het een grap

Slide 21 - Quizvraag

Was ist das?
A
Ein Fork
B
Eine Gabel
C
Ein Storch
D
Ein Messer

Slide 22 - Quizvraag

... und das?
A
Das Salt
B
Die Zaut
C
Das Salz
D
Das Zout

Slide 23 - Quizvraag

... und das?
A
Das Messer
B
Die Mess
C
Der Löffel
D
Die Gabel

Slide 24 - Quizvraag

... und das?
A
Das Suppe
B
Die Sauppe
C
Die Suppe
D
Das Super

Slide 25 - Quizvraag

... und das?
A
Das Bröt
B
Die Broot
C
Der Brote
D
Das Brot

Slide 26 - Quizvraag

... und das?
A
Das Saft
B
Die Orangensap
C
Der Orangensaft
D
Das Sinassaft

Slide 27 - Quizvraag

Welche deutsche Wörter hast du jetzt gelernt?

Slide 28 - Woordweb

Check out
- Wat is: Frühstück, Gemüse, Obst, Nachtisch? 


- Wie krijgt een sticker en waarom? 

Slide 29 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag
Hausaufgaben:  13 März

Maken: nr 5, 6, 7, 8 ,9,10 ( blz 144-147) woorden staan op blz 172
Bij nr 5 ( welk woord hoort er niet bij )
Bij nr 8 ( woorden tussen haakjes vertalen )
Bij nr 9 (woorden vertalen en in juiste zin zetten)
Bij nr 10 ( woorden vertalen, woorden van hfd 1 t/m 5 )





Slide 30 - Tekstslide