Social media

Social media
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Social media

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen
We weten straks meer over:

Social Media (voor-en nadelen)
Cyberpesten

Slide 2 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk dingen waar we een smartphone voor kunnen gebruiken

Slide 3 - Open vraag

Waarom gebruik jij social media ?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Enkele stellingen

Slide 6 - Tekstslide

stelling
zonder whats-appgroep zouden we een minder hechte band hebben

Slide 7 - Tekstslide

Stel dat internet nog niet zou bestaan, wat zou je dan doen om net zo'n hechte band op te bouwen, of lukt dat dan niet?

Slide 8 - Open vraag

Stelling
Online moet je ook rekening houden met elkaar, en respectvol met elkaar omgaan.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is online respect eigenlijk?
Wat kun jij doen om te zorgen dat anderen respect voor jou hebben?

Slide 10 - Open vraag

Stelling
Je verkering uitmaken via whats-app is laf. Zoiets doe je niet online!

Slide 11 - Tekstslide

Zijn er nog meer dingen waarvan je vindt dat je die je niet via een appje of een berichtje kunt doen?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoezo gevaarlijk?
1. Verslavend?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Socialbesitas
Jongeren maken veel gebruik van internet en sociale media. Deze media kunnen erg verslavend werken. Bijna de helft van de jongeren zegt in onderzoek dat ze door sociale media:
- zich minder goed kunnen concentreren en/of
- slechter slapen en/of
- slechter presteren op school.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Enkele stellingen

Slide 18 - Tekstslide

Ik vind het goed als iemand zonder te vragen een filmpje van mij online zet.

Slide 19 - Open vraag

Ik heb wel eens iets geplaatst waar ik later spijt van kreeg.

Slide 20 - Open vraag

Een grap is ook leuk als niet iedereen erom kan lachen.

Slide 21 - Open vraag

Hoezo social media gevaarlijk?
Online Pesten!

Slide 22 - Tekstslide

Noem verschillende manieren van online pesten

Slide 23 - Open vraag

Vormen van onlinepesten
  1. Uitsluiten; mogen niet meedoen
  2. Bedreigen; Pas op, ik zoek je op!
  3. Beledigen; Jij vet varken!
  4. Vernielen/hacken
  5. Nadoen: Nepaccount
  6. Te kijk zetten; foto's/filmpjes maken (met fotoshop) en dit rondsturen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Quiz: (online) pesten

Slide 26 - Tekstslide

Waarom pesten jongeren denk je?

Slide 27 - Open vraag

Ben jij wel eens gepest?


A
Ja!
B
Nee!

Slide 28 - Quizvraag

Heb jij wel eens
iemand gepest?
A
Ja...
B
Nee!

Slide 29 - Quizvraag

Wat is volgens jou het verschil
tussen pesten en plagen?

Slide 30 - Woordweb

Plagen
  • Iedereen maakt weleens een grapje over een ander. En een ander houdt jou ook weleens voor de gek.
  • Plagen gebeurt niet altijd bij dezelfde persoon.
  • Bij plagen ben je gelijk aan elkaar... het is twee kanten op.
  • Je doet het niet om iemand bewust te kwetsen, het is maar een lolletje. 
  • Je moet er beiden om kunnen lachen!

Slide 31 - Tekstslide

Pesten
  • Pesten gebeurt steeds bij dezelfde persoon. En het gebeurt
    vaak, soms zelfs elke dag weer.
  • Bij pesten ben je niet gelijk aan elkaar (Eén iemand is bijvoorbeeld fysiek/verbaal sterker of veel ouder).
  • Je doet iemand expres pijn en kwetst diegene met opzet...
  • Het heeft grote gevolgen, het kan echt iemands leven gaan beheersen.

Slide 32 - Tekstslide

Waarom kunnen de gevolgen van cyberpesten
groter zijn dan bij 'gewoon' pesten?

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Video

Welke vormen van online pesten zijn in de film voorbij gekomen?

Slide 35 - Woordweb

Grotere gevolgen Cyberpesten


  • Je kunt je moeilijker verdedigen.
  • Het is een publieke vernedering.
  • Het blijft actief omdat het lastig is om iets van internet te verwijderen.

Slide 36 - Tekstslide

Wat moet je doen als je online pesten meemaakt of ziet
  • Neem altijd een volwassene in vertrouwen. Dit kan een van je familieleden zijn of je studiebegeleider of docent op school
  • Ga het niet zelf oplossen, je hoeft en kunt dit niet altijd alleen doen
  • Bij ernstige zaken licht je samen met de volwassene de politie in

Slide 37 - Tekstslide