Orientatie VVT 1 les 3: Van intake tot beëindiging hulpverlening




Van intake tot beëndiging hulpverlening
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




Van intake tot beëndiging hulpverlening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-
wat gaan we doen?

Theorie van intake tot ontslag
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kan je vertellen...
Over de verschillende vormen van indicatiestelling
Wat het verschil is in zorg in natura of pgb
Wat de voorbereiding inzet zorg is
Hoe de intake verloopt
Hoe de beëindiging hulpverlening verloopt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verloopt het proces voordat iemand zorg kan krijgen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Indicatiestelling
Wmo
Zvw
Wlz

Slide 5 - Tekstslide

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bestaat sinds 2007 en is een wet in het kader van hulp en ondersteuning vanuit de gemeente. De wet moet ervoor zorgen dat zorgvragers zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Als dat niet kan, dan is er ondersteuning vanuit de gemeente. De gemeente ondersteunt bijvoorbeeld vrijwilligers en mantelzorgers. De Wmo regelt ook de hulp bij het huishouden en zorgt voor goede informatie over de hulp en informatie die zorgvragers kunnen krijgen.
hulp bij het huishouden;

aanpassingen in de woning, zoals een traplift of een verhoogd toilet;

dagbesteding;

vervoersvoorzieningen in de regio voor mensen die slecht ter been zijn en niet met het openbaar vervoer kunnen reizen, zoals de taxibus, een taxikostenvergoeding of een scootmobiel;

ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers;

rolstoel;

maaltijdverzorging (ook wel warme maaltijdvoorziening of tafeltje-dekje genoemd);

sociaal cultureel werk, zoals buurthuizen en subsidies aan verenigingen;

maatschappelijke opvang, zoals daklozenopvang.

De Zorgverzekeringswet (Zvw) verplicht iedereen die achttien jaar of ouder is en in Nederland woont en/of werkt om een zorgverzekering af te sluiten. Iedereen betaalt hiervoor een zorgpremie aan de zorgverzekeraar. Deze premie kan per zorgverzekeraar verschillen. Dit hangt voor een groot gedeelte af van de afspraken die de zorgverzekeraars maken met de zorgaanbieders. Naast de zorgpremie die je betaalt aan de zorgverzekeraar, betaal je een bijdrage aan de overheid. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van je inkomen en wordt op het salaris ingehouden. De verpleging en verzorging aan huis wordt vanuit de Zvw bekostigd. Ook de palliatieve zorg aan zorgvragers die geen Wlz-indicatie hebben wordt uit de Zvw betaald.
De wijkverpleegkundige beoordeelt samen met de zorgvrager wat er nodig is aan verpleegkundige zorg om langer thuis te kunnen wonen. De wijkverpleegkundige stelt een verpleegkundige diagnose en geeft de indicatie voor zorg. Op verzoek van het ministerie van VWS heeft de vereniging van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) een normenkader ontwikkeld. Dit normenkader beschrijft aan welke eisen verpleegkundigen moeten voldoen om verpleging en verzorging thuis te mogen indiceren en organiseren.

Elke inwoner in Nederland is verplicht verzekerd voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze zorg wordt betaald via een premie die via de loonbelasting van het salaris of de uitkering wordt geïnd. Dit geld komt uiteindelijk terecht bij de zorgkantoren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wlz
verblijf in een zorginstelling;

begeleiding, verpleging en verzorging;

geneeskundige zorg en behandeling in verband met de ziekte, beperking of stoornis;

hulpmiddelen;

vervoer naar de plaats waar de begeleiding, behandeling en verzorging plaatsvindt.

Niet iedereen met een Wlz-indicatie heeft dezelfde soort en hoeveelheid zorg nodig. Daarom bestaan er zorgprofielen die voorheen zorgzwaartepakketten (zzp's) werden genoemd. Je kunt met een Wlz-indicatie ook thuis blijven wonen. Hiervoor zijn speciale thuiszorgpakketten samengesteld die de zorgvrager geheel of gedeeltelijk kan afnemen.

Zorg in natura of pgb

- ZIN
- Pgb

Slide 6 - Tekstslide

De te leveren zorg kan bestaan uit zorg in natura (ZIN) of een persoonsgebonden budget (pgb). Zorg in natura betekent dat je zorg ontvangt van een zorgaanbieder waarmee de gemeente, de zorgverzekeraar of het zorgkantoor een contract heeft afgesloten. De zorgaanbieder die de zorg levert, bepaalt welke zorg de zorgvrager krijgt en hoe hij de zorg krijgt. Een zorgvrager kan ook kiezen voor een pgb. Hij krijgt dan een bedrag toegekend door de gemeente of het zorgkantoor. Dit is afhankelijk van de indicatie. De zorgvrager kan de zorg dan zelf organiseren op de momenten dat hij die nodig heeft en in de vorm waar hij de voorkeur aan geeft. Het toegekende bedrag wordt niet naar de zorgvrager overgemaakt maar naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die het geld beheert. In opdracht van de zorgvrager betaalt de Sociale Verzekeringsbank voor de zorg en ondersteuning. Het is ook mogelijk een deel van de zorg met een pgb in te kopen en een ander deel als zorg in natura te ontvangen. De zorgvrager kan een pgb aanvragen via de Wmo, de Zvw of de Wlz.
Opdracht MINDMAP
Wat is ;
WMO- ZVW - WLZ- ZIN en PGB
Zoek op wat het is, wat zij regelen en voor wie hiervoor in aanmerking komen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wlz

- Aanvraag indicatie
- Onderzoek
- Indicatiebesluit

Slide 9 - Tekstslide

Aanvraag indicatie
Een Wlz-indicatie dien je aan te vragen bij het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg). Het CIZ beoordeelt of je als zorgvrager recht hebt op Wlz-zorg. Het ministerie van VWS heeft richtlijnen opgesteld die bepalen of de zorgvrager recht heeft op Wlz-zorg. Deze richtlijnen zijn zo opgesteld dat overal in het land de beoordeling hetzelfde is. Alle betrokkenen kunnen een aanvraag doen bij het CIZ; de zorgvrager zelf, familie, huisarts, verpleeghuis, thuiszorg of bijvoorbeeld het ziekenhuis. Wel is altijd toestemming van de zorgvrager noodzakelijk. Je kunt een aanvraag digitaal indienen via een aanvraagformulier op de website van het CIZ.
Onderzoek
Een adviseur van het CIZ beoordeelt dan of, hoeveel en wat voor zorg een zorgvrager nodig heeft. Daarvoor doet hij een onderzoek. Soms is het noodzakelijk om nog telefonisch vragen te stellen, een huisbezoek af te leggen, of informatie op te vragen bij bijvoorbeeld een huisarts of specialist. Voor dit laatste is toestemming van de zorgvrager noodzakelijk. De zorgvrager kan ook uitgenodigd worden voor het spreekuur.
Indicatiebesluit
Als de zorgvrager recht heeft op Wlz-zorg, dan krijgt hij per brief het indicatiebesluit toegestuurd. In het indicatiebesluit staat een beschrijving van de soorten zorg waar de zorgvrager recht op heeft en vanaf welke startdatum. De zorgindicatie wordt omschreven in een zorgprofiel. Het indicatiebesluit wordt ook naar het zorgkantoor gestuurd. Elke regio heeft zo’n zorgkantoor. Het zorgkantoor regelt met de zorgaanbieder van voorkeur dat de zorg geleverd wordt. Het zorgkantoor is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wlz. Vervolgens krijgt de zorgvrager bericht van de zorgaanbieder om afspraken te maken over de zorg die hij moet krijgen en wanneer bijvoorbeeld de zorg moet ingaan.
Zorgprofielen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding inzet zorg

- Keuze woonzorgcentrum
- Faciliteiten woonzorgcentrum
- Verhuizen
- Intake

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beëindiging hulpverlening

Kan verschillende redenen hebben:
- Ontslag na revalidatie in het verpleeghuis
- Overplaatsing naar een andere woonvorm
- Afsluiten van zorg na overlijden

Slide 12 - Tekstslide

De beëindiging van de zorg kan om verschillende redenen plaatsvinden. Je kunt hierbij denken aan ontslag na revalidatie in het verpleeghuis, een overplaatsing van de zorgvrager naar een andere PG-wooneenheid of het afsluiten van de thuiszorg na overlijden. Bij het beëindigen van zorg moet vaak van alles geregeld worden. Bij overplaatsing naar een ander woonzorgcentrum moet je als verpleegkundige een overdracht schrijven. Ook andere disciplines kunnen hierbij betrokken worden. Gebruikt de zorgvrager medicatie, dan kan het nodig zijn om voor de eerste dagen medicatie mee te geven. Misschien moet je vervoer regelen en de familie inlichten. Het gaat vaak om allerlei praktische zaken. Wordt door het overlijden van een zorgvrager de zorg beëindigd, dan moet er een duidelijke afstemming zijn tussen de naasten en de verpleegkundige voor het regelen van de afwikkeling van zorg en verblijf. Het is belangrijk om het ontslag van de zorgvrager goed voor te bereiden. Een evaluatiegesprek is bijvoorbeeld niet handig om in te plannen op de dag van ontslag. Door een goede ontslagvoorbereiding kan ook de zorg op een goede manier voortgezet worden.
Aan de slag
Praktijksituatie 1 in Thieme VVT 1 Oriëntatie op de VVT
Jolanda vraagt hulp via de zorgcentrale

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies