H4: 4.2 2023-2024 Toename en afname in procenten 2M



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: VK en 4.1
● Uitleg: 4.2
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop 
Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: VK en 4.1
● Uitleg: 4.2
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop 
Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt de procentuele toename 
uitrekenen wanneer
je het oude en nieuwe aantal krijgt.


Je kunt de procentuele afname uitrekenen wanneer
je het oude en nieuwe aantal krijgt.


H4: Statistiek
VK: Procenten
4.1 Nieuwe prijs
4.2: Toename en afname in procenten
4.3: Staafdiagram en histogram
4.4: Lijndiagram en cirkeldiagram
4.5: Gemiddelde, mediaan en modus


Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten

1% = 1 van de honderd =           

                                                                                               

                                                                                      
1001

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten

1% = 1 van de honderd =            ,  dus 14% = 

                                                                                               

                                                                                      
1001

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten

1% = 1 van de honderd =            ,  dus 14% = 14 van de 100 

                                                                                               

                                                                                      
1001

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten

1% = 1 van de honderd =            ,  dus 14% = 14 van de 100 

                                                                                   =                      

                                                                                      
1001
10014

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten

1% = 1 van de honderd =            ,  dus 14% = 14 van de 100 

                                                                                   =                      

                                                                                   =      
1001
10014
507

Slide 7 - Tekstslide

1/4
10%
20%
1/10
0,25
33,3
12,5%
0,001
0,125
0,01

Slide 8 - Sleepvraag

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
Voorbeeld:
Frits koopt de gympen uit de 
aanbieding.
De gympen kostten eerst €59,-
Hoeveel moet Frits nu voor de
gympen betalen?

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
Voorbeeld:
Frits koopt de gympen uit de 
aanbieding.
De gympen kostten eerst €59,-
Hoeveel moet Frits nu voor de
gympen betalen?

Gaat over procenten, dus PROCENTENTABEL!

Slide 10 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Slide 11 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen

Slide 12 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
prijs in €

Slide 13 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
prijs in €

Slide 14 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
prijs in €

Slide 15 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
1
prijs in €

Slide 16 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
1
x
prijs in €

Slide 17 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
1
x
prijs in €

Slide 18 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
1
x
÷ 100
÷ 100
prijs in €

Slide 19 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
1
x
÷ 100
÷ 100
prijs in €

Slide 20 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

Gympen
59
65
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65
prijs in €

Slide 21 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

59 ÷ 100 × 65 = 38,35


Gympen
59
65
38,35
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65
prijs in €

Slide 22 - Tekstslide

Voorkennis en 4.1 H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%

59 ÷ 100 × 65 = 38,35
Dus de nieuwe prijs
is € 38,35.

Gympen
59
65
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65
prijs in €
38,35

Slide 23 - Tekstslide

Stappenplan rekenen met procenten
  1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.
    Met de goede titel en het goede "aantal".
  3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
  4. Vul het getal achteraan in. 
    - Krijg je een %, dan bovenin.
    - Krijg je een aantal, dan onderin.
  5. Zet tussen de twee ingevulde getallen een 1.
  6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
  7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
  8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Procenten afronden op 1 decimaal.

Slide 24 - Tekstslide

Bij economie
Bij economie moeten jullie ook veel met percentages rekenen.
Hier wordt de verhoudingstabel niet gebruikt. 
Economie gebruikt de formule:



Dit is korter, maar daar kun je niet alles mee uitrekenen wat in de wiskunde wordt gevraagd. Daarom gebruiken wij de verhoudingstabel.
percentage=oudnieuwoud×100
percentage=deel:geheel×100

Slide 25 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Net betaalden we voor de gympen 65%.
De originele prijs was natuurlijk 100%.




Slide 26 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Net betaalden we voor de gympen 65%.
De originele prijs was natuurlijk 100%.

Er was afname in procenten, ofwel procentuele afname.



Slide 27 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Net betaalden we voor de gympen 65%.
De originele prijs was natuurlijk 100%.

Er was afname in procenten, ofwel procentuele afname.

De afname in procenten is 100 - 65 = 35%.

Slide 28 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Net betaalden we voor de gympen 65%.
De originele prijs was natuurlijk 100%.

Er was afname in procenten, ofwel procentuele afname.

De afname in procenten is 100 - 65 = 35%.

toename in procenten            procentuele toename

Slide 29 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- voor een abonnement om F1 een jaar te mogen kijken. In 2022 moet je meer betalen, namelijk €273,-.
Wat is de toename in euro's?



Slide 30 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- voor een abonnement om F1 een jaar te mogen kijken. In 2022 moet je meer betalen, namelijk €273,-.
Wat is de toename in euro's?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-


Slide 31 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- voor een abonnement om F1 een jaar te mogen kijken. In 2022 moet je meer betalen, namelijk €273,-.
Wat is de toename in euro's?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?

Slide 32 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- voor een abonnement om F1 een jaar te mogen kijken. In 2022 moet je meer betalen, namelijk €273,-.
Wat is de toename in euro's?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?

Gaat over procenten, dus PROCENTENTABEL!

Slide 33 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



Slide 34 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten

Slide 35 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €

Slide 36 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265

Slide 37 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265
8

Slide 38 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265
8
1

Slide 39 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten.
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265
8
1
x

Slide 40 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten.
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265
8
1
x

Slide 41 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten.
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265
8
1
x
÷ 265
÷ 265

Slide 42 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten.
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.



abonnementskosten
bedrag in €
265
8
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 43 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.

100 : 265 × 8 = 

abonnementskosten
bedrag in €
265
8
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 44 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.

100 : 265 × 8 = 3,018...

abonnementskosten
bedrag in €
265
8
3,018...
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 45 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
Voorbeeld: abonnementskosten
In 2021 betaal je €265,- per jaar.
In 2022 moet je meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-.

100 : 265 × 8 = 3,018...
Dus een toename van 3,0%.
abonnementskosten
bedrag in €
265
8
3,018...
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 46 - Tekstslide

4.2: Toename en afname in procenten
We deden Procentuele toename. 

Procentuele afname is bijna hetzelfde, alleen vul je dan de afname in aan het eind van de tabel.

Slide 47 - Tekstslide

Huiswerk


Maken van H4:
Paragraaf 4.2 blz 229: opg. 16, 18 t/m 21, 23

Nakijken en verbeteren:
Alles wat je tot nu toe gemaakt hebt




















timer
4:00
Achter de les

Slide 48 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?


Je kunt de procentuele toename 
uitrekenen wanneer
je het oude en nieuwe aantal krijgt.

Je kunt de procentuele afname uitrekenen wanneer
je het oude en nieuwe aantal krijgt.


H4: Statistiek
VK: Procenten
1. Toename en afname in procenten
2. Beeldiagram en staafdiagram
3. Lijndiagram en cirkeldiagram
4. Turftabel, histogram en steelbladdiagram
5. Centrummaten

Slide 49 - Tekstslide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

Slide 52 - Video

Slide 53 - Video

Slide 54 - Video

Slide 55 - Video

Slide 56 - Video