H6.1 Na de Koude Oorlog

§6.1 Na de Koude oorlog
Europa 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§6.1 Na de Koude oorlog
Europa 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les ken en kun je benoemen:
  • hoe de verhoudingen tussen landen in Europa veranderden
  • welke spanningen er in het Midden-Oosten ontstonden

Begrippen: 
  • burgeroorlogen 
  • etnisch
  • Sharia
  • terrorist
  • Rusland en Poetin
  • Srebrenica

Slide 2 - Tekstslide

Europa 1991

Slide 3 - Tekstslide

Europa nu

Slide 4 - Tekstslide

Noem twee verschillen tussen
de kaart van 1991 en die van nu

Slide 5 - Open vraag

Joegoslavië 
van 1918 tot 2003 een land in Oost-Europa
Daarna uiteengevallen in de volgende landen:
  • Bosnië en Herzegovina
  • Slovenië
  • Kroatië
  • Servië
  • Montenegro
  • Macedonië 

--> Veel verschillende mensen in één land die allemaal hun eigen taal en rechten wilden

Slide 6 - Tekstslide


Landen vallen uit elkaar

In Sovjet-Unie en Tsjecho-Slowakije ging dit in vrede. In Joegoslavië niet. In Kroatië en Bosnië braken heftige burgeroorlogen uit.

Daarnaast kwam Rusland weer in het spel met Poetin aan de macht.

Slide 7 - Tekstslide

Leg in eigen woorden het begrip burgeroorlog uit.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Scebrenica

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Wat gebeurde er in Srebrenica?
A
Inname door Poetin in 2014 zonder toestemming van de VN.
B
Genocide op meer dan 7000 Bosnische moslims die door een Nederlandse afdeling van de VN beschermd moesten worden.
C
Burgeroorlog met de Sovjet-Unie, want die wilden geen onafhankelijkheid geven.

Slide 12 - Quizvraag



§6.1 Na de Koude oorlog



Midden-Oosten

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent het begrip: dekolonisatie
A
het onafhankelijk worden van kolonies
B
burgeroorlogen in de kolonies
C
het koloniseren van landen

Slide 14 - Quizvraag

Spanningen in het Midden-Oosten
  • Na de dekolonisatie was de macht in veel land en in Noord-Afrika en het Midden-Oosten in handen van dictators.
  • Zij waren gematigd moslim.
  • Met steun van westerse of Oostbloklanden werd de economie en cultuur gemoderniseerd. 

Slide 15 - Tekstslide

Spanningen in het Midden-Oosten
  • Maar alleen de elite werd rijk. 
  • De meeste mensen bleven arm
  • Ook waren en geen banen voor jongeren met een opleiding.

--> Dit leidde tot verzet van radicale moslims.
Zij wilden een Islamitische staat met de Sharia
Gelukt in Iran 1979 <--

Slide 16 - Tekstslide

Aanslagen
  • Sommige radicale moslims werden terroristen
  • Ze gebruikten geweld voor hun politieke doelen (Sharia in voeren)
  • Osama bin Laden riep op tot een jihad om alle niet-moslims uit islamitische landen te verjagen en de Amerikanen en hun bondgenoten te doden.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom zo'n haat aan Amerika?

Slide 18 - Tekstslide

Eén supermacht
vanaf 1991

  • Sinds het einde van de Sovjet-Unie kent de wereld aan het einde van de 20e eeuw nog maar één supermacht: de Verenigde Staten.
  • De invloed van de VS in de wereld wordt steeds groter: politiek en cultureel.
  • Ze zagen het als hun taak om in de rest van de wereld vrede en democratie te brengen, onder Amerikaanse invloed
  • Er is veel kritiek op deze toenemende invloed.

Slide 19 - Tekstslide


Aanval op Amerika
11 september 2001



  • Op 11 september 2001 wordt de grootste aanval op Amerika sinds Pearl Harbor (1941) gepleegd. 
  • Na de aanval wordt snel duidelijk dat de Islamitische terreurbeweging Al Qaida achter de aanslag zit.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

  • De leider van Al Qaida, Osama Bin Laden vindt dat de Verenigde Staten hun verdiende loon hebben gekregen. Hij is van mening dat de meeste inwoners van de Verenigde Staten niet leven volgens de regels van de Islam
  • Bin Laden riep in 1996 op tot een jihad (heilige oorlog voor de islam) om alle niet-moslims te verjagen uit de islamitische wereld.
  • Vanaf dat jaar kwam de Taliban, een islamitische guerrillabeweging in Afghanistan en Pakistan, aan de macht. 

Slide 23 - Tekstslide


War on Terror
2001 - heden


  • De Amerikaanse president George W. Bush zweert wraak en begint de 'Oorlog tegen terrorisme'. 
  • Hij doet ook een beroep op zijn bondgenoten van de NAVO.
  • In Irak en Afghanistan worden moeizame oorlogen uitgevochten tegen (moslim-)terroristen...

Slide 24 - Tekstslide

War on Terror
2001 - heden

  • Het eerste wat de VS deed was de regeringen in Arak en Afghanistan verdrijven.
  • Maar daardoor ontstond nog meer verwarring in deze landen.
  • Na 2010 kwamen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika volksopstanden tegen dictators (Arabische Lente).
  • Hierdoor was er nog meer opschudding.
  • In Libië en Syrië braken burgeroorlogen uit en in Egypte kwam een nieuwe dictator. 

Het plan van Amerika om het Midden-Oosten democratische te maken mislukt.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video






  • Nu, 20 jaar later, is er in die landen nog veel onrust en instabiliteit
  • Dit veroorzaakt nieuw geweld en aanslagen...

Slide 27 - Tekstslide