s.21 medicijnen bij hart en vaataandoeningen

Welke medicijnen kom je in de praktijk tegen bij hart- en vaataandoeningen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke medicijnen kom je in de praktijk tegen bij hart- en vaataandoeningen?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bij welke aandoeningen worden ACE-remmers gebruikt?
A
bij hoge bloeddruk en hartfalen
B
bij depressie en angststoornissen
C
bij diabetes en slagaderverkalking
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

wat weet je verder over morfine?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Welk van onderstaande medicijnen kan worden gebruikt
bij een acute aanval van pijn op de borst?
A
digoxine (lanoxin)
B
glucagon
C
ACE-remmers
D
nitroglycerine-preparaten (nitraten)

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke vorm van diuretica komen jullie in de praktijk veel tegen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat doet orale antistolling, zoals acenocoumarol?
A
remt het effect van vitamine K
B
remt de aanmaak van de bloedplaatjes
C
zorgt dat stolsels eerder uit elkaar vallen
D
zorgt dat bloedplaatjes sneller worden afgebroken

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een veel voorkomende bijwerking van
cholesterol-verlagende middelen?
A
afgenomen urineproductie
B
vettige stoffen in de ontlasting
C
spierpijn
D
hartkloppingen

Slide 17 - Quizvraag

Welk van onderstaande medicijnen kan worden gebruikt om hoge bloeddruk te bestrijden?
A
bèta-blokkers
B
diuretica
C
ACE-remmers
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Einde
Zijn er nog vragen?

Slide 19 - Tekstslide