Mma slavernij
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat waren gladiatoren in het Romeinse Rijk?
A
Vrije mannen zonder verantwoordelijkheden
B
Vechtende slaven in arena's
C
huisslaven om les te geven
D
slaven om te werken op het land
Slide 2 - Quizvraag
Wie werden vaak huisslaven?
A
Romeinse senatoren
B
Overwonnen volkeren en krijgsgevangenen
C
Romeinse aristocraten
D
Griekse goden
Slide 3 - Quizvraag
Waar werden slaven vaak ingezet?
A
In mijnen en op galeien
B
In de publieke bibliotheken
C
In de legers
D
In de tempels
Slide 4 - Quizvraag
Hoe werden overwonnen volkeren behandeld?
A
Als gelijken en bondgenoten
B
Als slaven of onderdanen
Slide 5 - Quizvraag
Wat was een belangrijke rol van
galei-slaven?
galei-slaven?
A
Bouwen van openbare gebouwen
B
Roeien op oorlogsschepen
C
Eten koken voor de matrozen
D
Bouwen van aquaducten
Slide 6 - Quizvraag
Wat was de rol van de West-Indische Compagnie?
A
Bouwen van schepen
B
Oprichting van plantages
C
Handel in suiker en slaven
D
Onderwijs aan slaven
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer werd de West-Indische Compagnie opgericht?
A
1602
B
1700
C
1650
D
1621
Slide 8 - Quizvraag
Wat voerden slaven voor de WIC uit?
A
Diplomatiek werk
B
Wetenschappelijk onderzoek
C
Zware arbeid op plantages
D
Suikerriet verbouwen
Slide 9 - Quizvraag
Wat was een gevolg van slavernij?
A
Toename van cultuur
B
Economische groei van Nederland
C
Verbetering van mensenrechten
D
Verlies van mensenlevens
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer werd de slavernij in Nederland afgeschaft?
A
1800
B
1863
C
1900
D
1850
Slide 11 - Quizvraag
Wat was de belangrijkste reden voor slavernij in Indonesië?
A
Economische winst voor kolonisten.
B
Religieuze overtuiging van de bevolking.
C
Militaire macht van lokale heersers.
D
Culturele tradities van de Indonesiërs.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is moderne slavernij?
A
Kinderarbeid voor kledingproductie
B
Dwangarbeid zonder betaling
C
Reguliere werkcontracten
D
Vrijwillige arbeid met goede voorwaarden
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent fair trade?
A
Goedkope producten voor consumenten
B
Ongecontroleerde productieprocessen
C
Eerlijke prijs voor producenten
D
Duurzame productie van goederen
Slide 14 - Quizvraag
Welke sector heeft veel kinderarbeid?
A
Landbouw
B
Technologie
C
Kledingindustrie
D
Gezondheidszorg
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van goedkope websites?
A
Hoogwaardige materialen
B
Lage prijzen voor producten
C
Eerlijke productiepraktijken
D
Vaak slechte arbeidsomstandigheden
Slide 16 - Quizvraag
Wat kan consumenten helpen tegen moderne slavernij?
A
Kiezen voor fair trade producten
B
Negeren van productinformatie
C
Bewust winkelen
D
Kopen van goedkope merken
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een belangrijk aspect van bewustwording?
A
Snel oordelen
B
Zelfreflectie
C
Actief luisteren
D
Passief observeren
Slide 18 - Quizvraag
Wat leren leerlingen bij het presenteren?
A
Onzekerheid
B
Communicatie-vaardigheden
C
Zelfvertrouwen
D
Spreekangst
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een legioen in het Romeinse leger?
A
Een type aquaduct
B
Een Romeinse god
C
Een eenheid van soldaten
D
Bestaat uit 5000 soldaten
Slide 20 - Quizvraag
Wie was een bekende gekke keizer?
A
Augustus
B
Caligula
C
Trajanus
D
Nero
Slide 21 - Quizvraag
Wat was de functie van aquaducten?
A
Watervoorziening voor steden
B
Bouwen van wegen
C
Vervoer van soldaten
D
Transport van water
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel kilometer wegen waren er in het Romeinse Rijk?
A
Slechts 100 km
B
Belangrijke handelsroutes: 1000 km
C
Enkele tientallen km
D
Meer dan 400.000 km
Slide 23 - Quizvraag
Welke god was de oppergod van Rome?
A
God van de lucht
B
Jupiter
C
Neptunus
D
Mars
Slide 24 - Quizvraag
Welke Romeinse god was de god van de oorlog?
A
Venus
B
Jupiter
C
Neptunus
D
Mars
