3.5 Nederland, een gematigd zeeklimaat
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welk klimaat hoort bij
afgebeelde klimaatgrafiek?
afgebeelde klimaatgrafiek?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Woestijnklimaat
D
Savanneklimaat
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe ontstaat de neerslag in dit gebied?
Welke van de drie situaties kan je hieraan koppelen?
Welke van de drie situaties kan je hieraan koppelen?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Hoe kan dit?
A
De zon geeft hoger op de berg minder warmte
B
De zon verwarmt de aarde van onderaf
C
De zonnestralen vallen op de toppen van de berg schuiner
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Conclusie --> het afkoelen en het opwarmen van zeewater gaat langzamer dan dat van land. Dit geldt ook voor de lucht erboven. lucht wordt namelijk van onderaf verwarmd.
Wat is in Nederland de overheersende windrichting?
A
Westenwinden
B
Oostenwinden
C
Noordenwinden
D
Zuidenwinden
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het vaak droog bij een oostenwind?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In West-Europa hebben wij te maken met een warme zeestroom vanuit het Caribisch gebied. Wat is daarvan het gevolg?
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is er op gelijke breedtegraad verschil in zomer en winter temperatuur?
A
Door de invloed van de zee
B
Doordat wij een oostenwind kennen
C
Door het verschil in land en dus ondergrond
D
Doordat wij geen bergen hebben
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
