Hartfalen Module 8

Het Hart/Hartfalen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het Hart/Hartfalen

Slide 1 - Tekstslide

Indeling les
Quiz
Opdracht
Theorie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Aan het einde van de les kan de student…..

- Benoemen wat hartfalen is
- Weet je het verschil tussen links en rechts decompensatie cordis
- Weet je welke onderzoeken er gedaan worden bij een patiënt met DC.
- Ken je de meest gegeven medicatie bij hartfalen
- Weet je waar een patiënt op met letten betreft de levensstijl. 

Slide 3 - Tekstslide

QUIZ
Welkom bij deze mini-quiz over Hartfalen.
9 vragen om je kennis te testen!

Slide 4 - Tekstslide

Onder een bradycardie verstaan we
A
een versnelde hartwerking van meer dan 80 sl/min
B
een versnelde hartwerking van meer dan 60 sl/min
C
een vertraagde hartwerking van minder dan 60 sl/min
D
een vertraagde hartwerking van minder dan 80 sl/min

Slide 5 - Quizvraag

Welk medicijn zou je normaal gesproken NIET voorgeschreven krijgen bij decompensatio cordis
A
anticoagulantia
B
NSAID's
C
betablokkers
D
diuretica

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke lagen bestaat de hartwand, van binnen naar buiten?
A
myocard, epicard, endocard, pericard
B
epicard, endocard, myocard, pericard
C
epicard, endocard, myocard, pericard
D
endocard, myocard, epicard, pericard

Slide 7 - Quizvraag

Vanuit het rechterbeen van de mens stroomt bloed terug naar het hart.
Door welke bloedvaten stroomt dit bloed terug naar het hart?

A
door de rechterbeenslagader en de aorta
B
door de rechterbeenader en de onderste holle ader
C
door de rechterbeenader en de aorta
D
door de rechterbeenslagader en de onderste holle ader

Slide 8 - Quizvraag

Hartfalen ontwikkelt zich altijd geleidelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn typische kenmerken voor decompensatio cordis rechts?
A
duizeligheid
B
oedeemvorming in enkels en benen
C
kriebelhoest, verergerend bij platliggen

Slide 10 - Quizvraag

De kans op het knappen van een zwakke plek is in de aorta veel groter dan in een holle ader.
Waardoor wordt dit veroorzaakt?

A
de bloeddruk in de aorta is veel hoger dan in een holle ader
B
de wand van de aorta is dunner dan de wand van een holle ader
C
het bloed in de aorta bevat meer zuurstof dan dat in een holle ader

Slide 11 - Quizvraag

De bundel van His is een zijtak van de Purkinjevezels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert
A
dit bloedvat heet longader en behoort tot de grote bloedsomloop
B
dit bloedvat heet longader en behoort tot de kleine bloedsomloop
C
dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de grote bloedsomloop
D
dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de kleine bloedsomloop

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht voeding bij hartfalen

Slide 14 - Tekstslide

Het hart.
Het hart is een spier.

Om te pompen moet hij energie gebruiken. Hiervoor moet er zuurstof naar het hart gebracht worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Zijn er nog vragen???
Zijn de leerdoelen behaald van vandaag??
Aan het einde van de les kan de student…..
Benoemen wat hartfalen is
Weet je het verschil tussen links en rechts decompensatie cordis
Weet je welke onderzoeken er gedaan worden bij een patiënt met DC.
Ken je de meest gegeven medicatie bij hartfalen


Slide 33 - Tekstslide