5.1 Overheid, burgers en bedrijven.

Terugblik
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de 6 situaties (A t/m F) naar de juiste soort werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Asperge-steker in december
Lerarentekort stijgt, ondanks hoge werkloosheid

Slide 2 - Sleepvraag

Combineer de soorten inkomens met het voorbeeld
Uitkering
Winst
Loon
Ontvang je als je werkt voor een baas
Inkomen uit een eigen bedrijf
Inkomen als je werkloos bent

Slide 3 - Sleepvraag

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid

Slide 4 - Sleepvraag

frictiewerkloosheid
conjuncturele werkloosheid
structurele werkloosheid
verborgen werkloosheid
Werkloosheid doordat er een bepaald soort werk verdwijnt.
Er zijn mensen die op zich wel willen werken, maar ze staan niet ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf
Er is wel werk, maar je kunt niet meteen aan de slag.
Werkloosheid veroorzaakt door een daling van de vraag naar goederen en diensten

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Collectieve goederen
Particuliere goederen

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide


A
Particuliere/private sector
B
Collectieve/publieke sector
C
Mengvorm

Slide 10 - Quizvraag


Werken bij defensie
A
Particuliere/private sector
B
Collectieve/publieke sector
C
Mengvorm

Slide 11 - Quizvraag

Een ander begrip voor de collectieve sector is
A
Particuliere sector
B
Publieke sector
C
Marktsector

Slide 12 - Quizvraag

in welke sector zitten de (meeste) leraren?
A
de publieke sector
B
de collectieve sector
C
geen bepaalde sector
D
de particuliere sector

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voordeel van privatiseren
A
Er moet winst gemaakt worden dus het kan duurder worden
B
Het aanbod kan afnemen.
C
Niet meer voor iedereen beschikbaar.
D
Het kan goedkoper worden. De kwaliteit kan beter worden. De overheid bespaart geld

Slide 16 - Quizvraag

Door privatisering wordt de .... steeds kleiner.
timer
0:30
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het gevaar van privatiseren?
A
Concurrentie, waardoor de kosten dalen en het product goedkoper / beter wordt.
B
het overheidstoezicht vermindert (met alle gevolgen van dien), geprivatiseerde ondernemingen ontslaan vaak op grote schaal werknemers en voor de producten kan een veel hogere prijs worden berekend.

Slide 18 - Quizvraag

privatisering
A
een gebied beschermen door plaatsing van een hek
B
afstoten van overheidstaken naar de particuliere sector
C
als een ontwikkeling goed verloopt
D
afstoten van particuliere sector naar overheid.

Slide 19 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de subsidie voor bibliotheken omlaag gaat? Zet in de juiste volgorde.
Minder boeken geleend
Minder werk in bieb
Subsidie lager
Mensen moeten meer betalen voor lenen

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is een voorbeeld van een subsidie?
A
De huur die je moet betalen
B
Het krijgen van huurtoeslag
C
Het betalen van je belasting
D
Een lening voor je auto

Slide 21 - Quizvraag

Wat is subsidie?

Subsidie...
A
is een bijdrage van de overheid
B
is hetzelfde als accijns
C
moet je betalen aan de overheid
D
maken producten duurder

Slide 22 - Quizvraag

Theatervoorstellingen
Alcohol 
Zonnepanelen
Sigaretten
Subsidie
Accijns

Slide 23 - Sleepvraag

Bij een subsidie ...
A
Krijg ik geld terug voor een product
B
Moet ik extra betalen voor een product

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn accijns?
A
extra kosten op voedsel
B
belasting voor kleding
C
Een financiële bijdrage vanuit de overheid
D
extra belasting op tabak, drank en benzine

Slide 25 - Quizvraag

Accijns gaat naar ...
A
de gemeente.
B
de provincie.
C
het Rijk.
D
alledrie.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video