3 oktober 2024 Rekenen en zelf. werken
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Schrijf het getal aan elkaar en helemaal uit:
500
500
Slide 6 - Open vraag
Schrijf het getal uit (aan elkaar):
801
801
Slide 7 - Open vraag
Welk tijdstip is het dichtstbij
op de klok?
op de klok?
A
Half 11 (10:30)
B
7 uur (19:00)
C
Half 7 (18:30)
D
5 voor 7 (18:55)
Slide 8 - Quizvraag
Welk tijdstip is het dichtstbij
op de klok?
op de klok?
A
12 uur
B
1 uur
C
Kwart voor 1 (12:45)
D
Kwart voor 12 (11:45)
Slide 9 - Quizvraag
Zet het antwoord bij de juiste keersom.
5 x 7
8 x 9
18 x 3
5 x 5
12 x 4
25
54
35
48
72
Slide 10 - Sleepvraag
7 x 7 =
A
48
B
49
C
50
D
51
Slide 11 - Quizvraag
14 x 5 =
A
60
B
65
C
70
D
80
Slide 12 - Quizvraag
Zet de juiste afbeelding bij de juiste breuk.
De helft ( 1/2e deel)
2 van de 4 (2/4de)
1 stuk van de 5 ( 1 / 5de)
6 van de 12 (6/12de)
6 van de 10 (6/10de)
Slide 13 - Sleepvraag
Zet het juiste breuk bij hoe je het zegt
5 op 1
2 op 3
6 op 8
3 op 4
3:4
5:1
6:8
2:3
Slide 14 - Sleepvraag
Je spaart €50 in 1 maand. De verhouding = 50:1
Hoeveel euro spaar je in 6 maanden?
Hoeveel euro spaar je in 6 maanden?
A
200€
B
250€
C
301€
D
300€
Slide 15 - Quizvraag
Je leest 30 pagina's in 1 uur.
De verhouding is dan ....
De verhouding is dan ....
A
20:1
B
30:1
C
3:1
D
Geen ideee
Slide 16 - Quizvraag
Laatste vraag:
Je hebt €800 en je deelt dit in 4 delen. Hoeveel heeft elk deel? (800:4=....
Je hebt €800 en je deelt dit in 4 delen. Hoeveel heeft elk deel? (800:4=....
A
200€
B
210€
C
20€
D
120€
