A JIJ begint.
1. Groet, zeg dat je het prettig vindt kennis te maken en zeg dat hij/zij mag gaan zitten.
2. Vraag waar de ander vandaan komt, hoe oud hij/zij is en voor hoe lang hij/zij beschikbaar is.
3. Zeg dat dat prima is, want jullie kunnen nog iemand gebruiken in het team van 1 juli tot 6 augustus is. Vraag of dat ook mogelijk is.
4. Zeg dat je in het recreatieteam zult werken. Je organiseert activiteiten voor de kinderen, bijvoorbeeld spelletjes in het zwembad of aan het strand en sportwedstrijden.
5. Zeg dat je soms ook bij de receptie zult werken om mensen informatie over de camping te geven.
6. Zeg dat er de mogelijkheid is om in een caravan op de camping zelf te slapen met een paar andere jongens/meisjes.
7. Nee, maar er is wel een jongen van 19 uit Duitsland en een meisje van 18 uit Frankrijk. Ze spreken allebei goed Engels.
8. Zeg dat hij/zij op 1 juli moet komen voor extra uitleg.
9. Neem afscheid.
B de ANDER begint
1. Groet terug en zeg dat je voor het baantje op de camping komt.
2. Vertel hoe je heet, hoe oud je bent en dat je de hele maand juli daar kunt werken.
3. Zeg dat je je ouders even moet bellen om te vragen of je een paar dagen later thuis kunt komen je vraagt wat voor soort of werk je moet doen op de camping.
4. Zeg dat jou dat leuk lijkt want je hebt al vaker gewerkt met kinderen. Vraag of dat het enige werk is dat je moet doen.
5. Ga akkoord, vraag of er een mogelijkheid is om op de camping te overnachten.
6. Vraag of er nog andere jongelui uit Nederland werken.
7. Vraag wanneer je aanwezig moet zijn.
8. Bedank en neem afscheid