Kerst
Wat weet je over kerst?
KERST
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Wat weet je over kerst?
KERST
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Video
Hoeveel dagen na Sinterklaas is het 2e kerstdag?
A
20
B
21
C
22
D
23
Slide 3 - Quizvraag
Wat vieren de christenen
met kerst ?
met kerst ?
A
Pakjesavond
B
De geboorte van Jezus
C
De komst van de Kerstman
D
Het begin van de vakantie
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent de naam Jezus?
A
God met ons
B
Zoon van God
C
Ere zij God
D
God redt
Slide 5 - Quizvraag
In welke plaats werd Jezus geboren?
A
Nazareth
B
Bethlehem
C
Jeruzalem
D
Haifa
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heten de ouders van Jezus?
A
Adam en Eva
B
Abraham en Sara
C
Jozef en Maria
D
Simson en Delilah
Slide 7 - Quizvraag
Wie waren de eerste bezoekers
in de stal?
in de stal?
A
de herders
B
drie koningen
C
de naaste buren
D
de stalbeheerder
Slide 8 - Quizvraag
Welke dieren horen thuis in de kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os
een ezel
D
goudvissen
Slide 9 - Quizvraag
Waar kwamen de wijzen vandaan?
A
uit Almelo
B
uit de buurt
C
uit Marokko
D
uit het Oosten
Slide 10 - Quizvraag
Op welke datum wordt Eerste Kerstdag gevierd in Oekraïne?
A
7 januari
B
31 december
C
25 december
D
11 november
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Waar woont de kerstman?
A
Duitsland
B
Gouda
C
Amerika
D
Noordpool
Slide 13 - Quizvraag
In Canada heeft de kerstman een eigen postcode.
Wat is deze postcode?
Wat is deze postcode?
A
2512 SC
B
SANTA 2512
C
H0H 0H0
D
XMAS 1900
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel rendieren heeft de Kerstman officieel ?
A
Een
B
Vier
C
Acht
D
Tien
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Rudolf
B
Noosy
C
Heinrich
D
Amerigo
Slide 16 - Quizvraag
Wij zetten de schoen, maar in Amerika hangen ze een ...................aan de schoorsteen
A
sok
B
knuffel
C
schoen
D
handtas
Slide 17 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je met kerst
onder een mistletoe staat?
onder een mistletoe staat?
A
Je krijgt een cadeau.
B
Je mag een wens doen.
C
Je krijgt een kus.
D
Je hoeft niet te koken met kerst.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Wanneer is er sprake van een witte kerst?
A
Als op een van de dagen sneeuw ligt
B
Als er op beide dagen sneeuw ligt
C
Als het op beide dagen vriest
D
Als iemand aan tafel de bus poedersuiker omgooit
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Hoe zeg je ‘Fijne kerst’ in het Engels?
A
Yo! Ho ho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent kerst voor jou?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
Wat vind jij
het fijnste van kerst?
het fijnste van kerst?
