Past Simple & Present Perfect

Past Simple
Wanneer?  Iets/Een actie is afgelopen en dit gebeurde in het verleden.
Hoe?  Regelmatig werkwoord: stam + -ed
Denk aan LADY: Last, Ago, Datum in het verleden, Yesterday
I worked yesterday.
He danced last night.
John talked to Jamie an hour ago.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Past Simple
Wanneer?  Iets/Een actie is afgelopen en dit gebeurde in het verleden.
Hoe?  Regelmatig werkwoord: stam + -ed
Denk aan LADY: Last, Ago, Datum in het verleden, Yesterday
I worked yesterday.
He danced last night.
John talked to Jamie an hour ago.

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple (2)
Hoe?  
Onregelmatig werkwoord: hebben eigen vorm die je uit je hoofd moet leren (list of irregular verbs, rijtje 2).

I saw Jessica last night (to see).
Gerard went to the cinema last night. (to go)
We ate all the sandwiches yesterday morning. (to eat)

Slide 2 - Tekstslide

Present Perfect
Compare:

Yesterday I had a busy day. I received almost fifty emails.
vs.
I have received only a few emails today.

Difference?

Slide 3 - Tekstslide

Present Perfect (2)
Wanneer?  Iets is begonnen in het verleden en:
- het effect is nog steeds merkbaar:
My dad has painted this door. It's still wet!

- het gaat om een doorlopende periode die nog niet is geëindigd:
I have worked as a teacher for 3 years now.

Slide 4 - Tekstslide

Present Perfect (3)
Hoe? 
have/has + past participle (voltooid deelwoord)
Bij onregelmatige werkwoorden is het voltooid deelwoord rijtje 3 van de irregular verbs.

Denk aan FYNE JAS: For + tijdsbepaling, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since + tijdsbepaling.

Slide 5 - Tekstslide

Peter ... (to play) football yesterday.

Slide 6 - Open vraag

We ... (not see) him since this afternoon.

Slide 7 - Open vraag

She ... (to buy) a new car in 2011.

Slide 8 - Open vraag

The girls ... (not eat) their lunch yet.

Slide 9 - Open vraag

I ... (to meet) my friend two days ago.

Slide 10 - Open vraag

... you ... (to speak) to John since this morning?

Slide 11 - Open vraag

... you ... (to win) the game of chess against Martin?

Slide 12 - Open vraag