Hoofddoel: je leest een tekst met 1 hoofddoel
Leesdoel: wat wil jij met deze tekst?
Tekstdoel: wat wil de schrijver met deze tekst?
Publiek: voor wie is de tekst geschreven?
De stappen van orienterend lezen: titel, eerste zinnen, tussenkopjes, laatste zinnen, plaatjes, bron, cursieve/dikke woorden