3.6 Werkwoord wonen

3.6 Werkwoord wonen
Ik woon, wij wonen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

3.6 Werkwoord wonen
Ik woon, wij wonen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de goede vorm van 'wonen'?
Ik ...... in Nederland.
A
woon
B
woont
C
won
D
wonen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van 'spreken'?
....... jij Nederlands?
A
Spreek
B
Spreekt
C
Spreken
D
Sprek

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf de goede vorm van 'maken':
Hij ...... de oefening.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van 'leren':
Jullie ...... Nederlands.

Slide 5 - Open vraag

Maak een zin met een vorm van het werkwoord 'wonen'.

Slide 6 - Open vraag

Maak een zin met een vorm van het werkwoord 'spreken'.

Slide 7 - Open vraag

Maak een zin met een vorm van het werkwoord 'maken'.

Slide 8 - Open vraag

Maak een zin met een vorm van het werkwoord 'leren'.

Slide 9 - Open vraag

Je hebt goed geoefend!

Slide 10 - Tekstslide