Le passé composé et l'imparfait

Le passé composé et l'imparfait
On répète
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Le passé composé et l'imparfait
On répète

Slide 1 - Tekstslide

Le passé composé
  • Hoe vorm je hem?
  •  Oefening

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke drie delen bestaat de passé composé?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord "manger"?

Slide 4 - Open vraag

En résumé
De passé composé bestaat uit:
onderwerp (je, tu, il ...) +
avoir/être +
voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord ww op -er =
stam + é

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hulpwerkwoord être? En wanneer avoir?

Slide 6 - Open vraag

avoir ou être ?
Wanneer je in het Nederlands hebben gebruikt, gebruik je in het Frans meestal avoir.

Gebruik je in het Nederlands zijn, dan gebruik je in het Frans meestal être.

Attention : bij être past het voltooid deelwoord zich in vorm aan 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de juiste vertaling van ...

Zij is gebleven.
A
elle a resté
B
elle a restée
C
elle est resté
D
elle est restée

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van ...

Janneke en Sanne zijn gevallen.
A
Janneke et Sanne sont tombé.
B
Janneke et Sanne sont tombée.
C
Janneke et Sanne sont tombés.
D
Janneke et Sanne sont tombées.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van ...

Mijn moeder heeft gedanst.
A
Ma mère est dansé.
B
Ma mère est dansée.
C
Ma mère a dansé.
D
Ma mère a dansée.

Slide 10 - Quizvraag

avoir
être
rester
fermer
manger
parler
aller
arriver
retourner
téléphoner

Slide 11 - Sleepvraag

au travail !
  • Fais les exercices (passé composé) !
  • Fini ? 

verbuga.eu
temps : passé composé
questions : au hasard (sans doublon)
verbes réguliers : aimer, arriver, chercher, donner, rester, tomber

Slide 12 - Tekstslide

l'imparfait
  • Hoe vorm je hem?
  • Oefenen

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?

Slide 14 - Open vraag

Waar plak je de uitgangen van de imparfait achter?
A
Hele werkwoord min -er (stam)
B
Het hele werkwoord
C
De nous-vorm van het werkwoord min -ons
D
De passé composé

Slide 15 - Quizvraag

En résumé
Imparfait "parler" -->
nous parlons 
parl-

je parlais, tu parlais, il parlait, elle parlait, nous parlions, vous parliez, ils parlaient

Slide 16 - Tekstslide

passé composé

korte / bepaalde duur
eenmalig
actie
imparfait

lange / onbepaalde duur
herhaling / gewoonte
beschrijving, decor

Slide 17 - Tekstslide

au travail !
  • Fais les exercices (imparfait) !
  • Fini ? 

verbuga.eu
temps : passé composé + imparfait
questions : au hasard (sans doublon)
verbes réguliers : aimer, arriver, chercher, donner, rester, tomber

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video