Oefenen met de Kenmerkende Aspecten van Tijdvak 1-6
Op de volgende slides kun je testen in hoeverre je de KA al uit je hoofd kent, inclusief de jaartallen die horen bij elk KA. Elke keer als gevraagd is naar alle KA van een tijdvak, dan is er een hint gegeven: Er staat tussen haakjes eerst een getal en dan een aantal woorden gescheiden door een slash. Het getal staat voor het aantal KA dat bij dat tijdvak hoort, elk woord gescheiden door een slash vormt een hint voor een van de gevraagde KA.