M4 T1 L5 Generaties grafisch voorgesteld

Thema 1 generatie Z aan zet
Les 5 generaties grafisch voorgesteld
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 generatie Z aan zet
Les 5 generaties grafisch voorgesteld

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderzoek: waar leven jouw grootouders?
wonen bij ons in
wonen zelfstandig
wonen in een rusthuis
wonen in een serviceflat
wonen in het buitenland
leven niet meer

Slide 3 - Poll

Duid de juiste benaming aan voor deze grafiek
A
staafdiagram
B
cirkeldiagram
C
histogram
D
lijngrafiek

Slide 4 - Quizvraag

Duid de juiste benaming aan voor deze grafiek
A
staafdiagram
B
cirkeldiagram
C
histogram
D
lijngrafiek

Slide 5 - Quizvraag

Duid de juiste benaming aan voor deze grafiek
A
staafdiagram
B
cirkeldiagram
C
histogram
D
lijngrafiek

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor diagram is dit?
A
Beelddiagram
B
histogram
C
Staafdiagram
D
Lijndiagram

Slide 7 - Quizvraag

Duid de juiste benaming aan voor deze grafiek
A
staafdiagram
B
cirkeldiagram
C
histogram
D
meervoudige staafdiagram

Slide 8 - Quizvraag

Duid de juiste benaming aan voor deze grafiek
A
staafdiagram
B
cirkeldiagram
C
histogram
D
lijngrafiek

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een histogram en een staafdiagram
A
Staven zijn twee keer zo kort bij een histogram
B
Een histogram heeft lijnen en een staafdiagram niet
C
Er is geen verschil
D
Staafdiagram: De staven staan los Histogram: staven tegen elkaar aan

Slide 11 - Quizvraag

Op een histogram zien we gegevens over:
A
de evolutie van de bevolking
B
leeftijd en geslacht
C
evolutie van de bevolking naar leeftijd en geslacht
D
evolutie van de bevolking naar leeftijd, geslacht en regio

Slide 12 - Quizvraag

"Op vrijdag werden er meer ijsjes verkocht dan op dinsdag"
A
op de staafdiagram
B
op de lijngrafiek

Slide 13 - Quizvraag

Welk lijndiagram past bij het staafdiagram?
A
B
C

Slide 14 - Quizvraag

Kijk naar de staafdiagram. Hoeveel kinderen hebben schoenmaat 38?
A
6
B
4
C
10
D
8

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk het staafdiagram. In welke maand was de nettowinst het laagst?
(netto = groen)
A
Januari
B
Februari
C
Maart
D
April

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Werkschrift p 27 - 31 


iedereen
iedereen
          stoorzenders

Slide 18 - Tekstslide