Hoe hard de elektriciteit stroomt, noemen we de stroomsterkte.
De stroomsterkte meet je in ampère (A).
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Stroomsterkte
Hoe hard de elektriciteit stroomt, noemen we de stroomsterkte.
De stroomsterkte meet je in ampère (A).
Slide 1 - Tekstslide
Spanning (U)
Op een apparaat staat een spanning. Dit is de 'pompkracht' wat er voor zorgt dat een apparaat werkt. Dat is dus de energie die per seconde geleverd kan worden!
grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
U
volt
V
Slide 2 - Tekstslide
serieschakeling
parallelschakeling
Stroomsterkte
overal gelijk
verdeelt zich over de takken
Spanning
verdeelt zich over de apparaten
overal gelijk
Stroomsterkte en spanning in een serie- of parallelschakeling
Slide 3 - Tekstslide
REKENEN MET SPANNING, STROOMSTERKTE EN WEERSTAND
Leerdoel:
hoe je rekent met spanning en stroom
Slide 4 - Tekstslide
Weerstand
Weerstand bij water werkt hetzelfde als bij elektriciteit
Stroomt het makkelijk dan is er een lage weerstand.
Gaat het er moeilijk doorheen dan is er een hoge weerstand
Grootheid
Eenheid
Sym.
Spanning
Volt
V
Stroomsterkte
Ampere
A
Weerstand
Ohm
Ω
Slide 5 - Tekstslide
STAPPENPLAN
GEGEVEN
GEVRAAGD
EENHEID
FORMULE
BEREKENING
ANTWOORD
FORMULE
weerstand= spanning / stroomsterkte
Grootheid
Eenheid
Sym.
Spanning
Volt
V
Stroomsterkte
Ampere
A
Weerstand
Ohm
Ω
Slide 6 - Tekstslide
formules
weerstand=spanning / stroomsterkte
stroomsterkte=spanning / weerstand
spanning=stroomsterkte x weerstand
Slide 7 - Tekstslide
Omrekenen
milli-Ampère (mA)
Ampère (A)
: 1000
x 1000
milli-Volt (mV)
Volt (V)
: 1000
x 1000
Slide 8 - Tekstslide
Oefenopdracht
bladzijde 46, 47
Slide 9 - Tekstslide
De weerstand berekenen (3)
In dit voorbeeld is de spanning U = 9,0 Volt.
De stroomsterkte I = 0,90 Ampère.
Je kunt nu de weerstand (R)
berekenen met de wet van Ohm:
R = U : I
R = 9,0 V : 0,90 A = 10 Ohm
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit wat de weerstand van een apparaat is
Slide 11 - Open vraag
Welke formule gebruik je om de weerstand te berekenen