4.1 Elk doet zijn werk

Planning 
- Proefwerk inhalen,
Maken van de opdrachten 4.1 Elk doet zijn werk
-Uitleg 4.1  
(- Lessonup quiz)
-afsluiting

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Planning 
- Proefwerk inhalen,
Maken van de opdrachten 4.1 Elk doet zijn werk
-Uitleg 4.1  
(- Lessonup quiz)
-afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

4. Mensen en Machines
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines

Periode 4: Moderne tijd

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 4.1
  • -1. weet je welke 3 beroepssectoren er zijn
    - 2.kun je van elke sector 2 beroepen noemen
    - 3.  uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.
    -3. kun je het begrip automatisering uitleggen.
    -4.kun je het verschil tussen commercieel en niet-commerciële dienstverlening uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Samen lezen: intro op bladzijde 6 
Zijn er veel verschillen tussen nu en de tijd waarin dit verhaal zich afspeelde?

Slide 4 - Tekstslide

Welke verschillen zijn dat?

Slide 5 - Open vraag

De 3 beroepssectoren
  • Sector 1: Landbouw

       (primaire sector)

  • Sector 2: Industrie

       (secundaire sector)

  • Sector 3: Diensten
       (tertiaire sector)

Slide 6 - Tekstslide

Landbouwsector = primaire sector
  • Landbouw haalt producten uit de natuur.

       - Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.



  • Beroepen:

       - Boer, tomatenkweker, mijnwerken, visser enz.

  

Slide 7 - Tekstslide

De primare sector.
Dit is de kleinste sector, maar wel een hele belangrijke!

Nederland exporteert na de VS de meeste landbouwproducten!

Slide 8 - Tekstslide

Grootste exporteurs landbouw.

Slide 9 - Tekstslide

Is dat zo bijzonder? Ja! Kijk eens naar het verschil in oppervlakte!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Industriesector =  (secundaire sector)
  • Werk wat in de fabriek wordt gedaan:

       - Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie enz.



  • Beroepen:

       - Kaasfabriek, Ned-cars, lasser, lopendebandmedewerker

       enz.

Slide 12 - Tekstslide

Bijzonderheden in de secundaire sector.
Grondstof -> halffabrikaat -> product.

Grondstof = hout
Halffabrikaat = plank
product = meubel

Slide 13 - Tekstslide

Dienstensector = Tertiaire sector 
  • Beroepen waarbij je een dienst verleent, iets voor een ander doet. 

       - Zorg, onderwijs, uiterlijke verzorging, bank, winkel,
            vervoersbedrijf

  • Beroepen:

       - Leraar, verpleegkundige, automonteur, politieagent, bankmedewerker, chauffeur enz.

Slide 14 - Tekstslide

Bijzonderheden in de tertaire sector.
Het verschil tussen commerciële en 
niet-commerciële dienstverlening.

Slide 15 - Tekstslide

Commercieel:
Pakketdienst
Transportbedrijf
Klusjesman
Makelaardij
ICT-bedrijf
Hovenier
Winst is wel het hoofddoel van deze bedrijven!

Niet-commercieel:
School
Ziekenhuis
Gemeente / overheid
Verzorgingstehuis
Brandweer
Politie
Winst is niet het hoofddoel van deze bedrijven!

Slide 16 - Tekstslide

De verdeling van de sectoren in NL

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Automatisering
Machines nemen het werk van mensen over.
Is dit effectiever?
Is dit goed voor de werkgelegenheid?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Werkgelegenheid
Alle banen samen op de arbeidsmarkt. 
Eigenlijk zou je kunnen zeggen: hoeveel werk er beschikbaar is.

Slide 22 - Tekstslide


Leg uit welke afbeelding bij Nederland hoort en welke bij India.
1
2

Landbouw

Industrie

diensten

Slide 23 - Open vraag

Kosten van een schoen
Wat zijn de loonkosten? Wat is de winst van het merk? Wat kost deze schoen in de winkel?  

Slide 24 - Tekstslide

Arme landen
  • In arme landen zijn de meeste mensen werkzaam in de landbouw, omdat ze hun eigen voedsel moeten verbouwen.


  • Veel producten die wij hier kopen worden gemaakt in fabrieken in arme landen, omdat de lonen daar laag zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag:
Maak de volgende opdrachten van cursus 4.1
2 t/m 11

Slide 26 - Tekstslide

In welke sector werkt een visser?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Dofijnensector

Slide 27 - Quizvraag

In welke sector werkt een bouwvakker?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Bouwsector

Slide 28 - Quizvraag

In welke sector werkt een busschauffeur?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Vervoerssector

Slide 29 - Quizvraag

Onder welke sector valt de landbouw?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 30 - Quizvraag

Als je kranten/folders langs brengt dan werk je in de.....
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 31 - Quizvraag

Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Als docent werk je ook in de tertiaire sector, maar werkt een docent commercieel of niet-commercieel?
A
Commercieel
B
Niet- Commercieel

Slide 33 - Quizvraag

Een lading ijzererts, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 34 - Quizvraag

Een laptop, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 35 - Quizvraag

Een koperen kabel, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 36 - Quizvraag

Wat hoort bij elkaar? Waar koop je deze producten?
In de winkel
Bij een fabriek 
Bij een landbouwbedrijf, mijnbouwbedrijf of vissersbedrijf 
Grondstof
Halffabrikaat
Eindproduct

Slide 37 - Sleepvraag

Wat hebben we geleerd vandaag?
Lesdoelen 4.1
  • Weet je welke 3 beroepssectoren er zijn
  • Kun je van elke sector 2 beroepen noemen
  •  Uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.
  • Kun je het begrip automatisering uitleggen.
  • Kun je het verschil tussen commercieel en niet-commerciële dienstverlening uitleggen.

Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk 
Opdrachten cursus 4.1 Elk doet zijn werk afmaken
2 t/m 11

Slide 39 - Tekstslide

INPAKKEN MAAR!
Pak  je spullen in maar blijf nog zitten

Slide 40 - Tekstslide