Bingo!!
Sterke en zwakke werkwoorden > VERLEDEN TIJD!
De juf leest bijvoorbeeld: 'ik vorm - fietsen'.
Kijk of jij 'fietste' op jouw bingo kaart hebt staan.
Zo ja: aankruisen + je schrijft het woord op je woordenlijst!
Alleen bingo met complete woordenlijst.