1kt ch4-Present Continuous

Reading
timer
15:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Reading
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

PRESENT CONTINUOUS 

Slide 2 - Tekstslide

Homework
1 t/m 5, 9 p. 111 t/m 116

Slide 3 - Tekstslide

DOEL
  • Ik weet wat de Present Continous is
  • Ik kan de Present Continuous maken
  • Ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik

Slide 4 - Tekstslide

Page 114

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is de vorm van de present continuous?
A
to be + have + werkwoord
B
to be + hele werkwoord + ing
C
to be + ing
D
hele werkwoord + ing

Slide 7 - Quizvraag

PRESENT CONTINOUS
Present contiNUous: gebeurt NU 
Always use this form:
1. am, is / are 
2. hele werkwoord
3. -ing 

Example: They are working now


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Present continuous 
Spellingsregels:
  • Eindigt het werkwoord op een -e, dan valt de -e weg
(to have)     I am having lunch.
(to give)   He is giving us homework.

  • Werkwoord van 1 lettergreep met een korte klinker (a, e, i, o, u), verdubbel dan de medeklinker
(to put)     We are putting sugar in his tea.
(to run)   She is running a marathon.

Slide 10 - Tekstslide

Present continuous 
 In de zin staan vaak signaalwoorden als
NOW, RIGHT NOW, AT THIS MOMENT, TODAY
My brother is playing tennis today
In het Nederlands gebruik je meestal "aan het" : Hij is aan het tennissen vandaag/ Ik ben aan het lesgeven nu.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Get set...
Ready? Steady? Go!

Slide 13 - Tekstslide

I .......... (listen) to music at the moment.
A
am listening
B
are listening
C
is listening

Slide 14 - Quizvraag

They .......... (read) the book The city of bones.
A
are reading
B
am reading
C
is reading

Slide 15 - Quizvraag

Max Verstappen .......... (race) at the track.
A
is raceing
B
are racing
C
is racing
D
are racing

Slide 16 - Quizvraag

Ik kan de Present Continuous maken en weet wanneer ik deze moet gebruiken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Een beetje

Slide 17 - Quizvraag

Exercise 6 t/m 8
p. 115 and 116

Slide 18 - Tekstslide

Assignment
Make? --> The worksheet reading

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet wat de Present Continous is en
ik kan de Present Continuous maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Homework
Finish the worksheet and bring it to class.

Slide 21 - Tekstslide