Les 3: Identiteit

Communicatie les 3
Identiteit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Communicatie les 3
Identiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik vorige week
  • Identiteit
  • Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trouw, eerlijkheid en zelfstandigheid zijn voorbeelden van....
A
Normen
B
Waarden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand een hand geven of iemand aankijken zijn voorbeelden van....
A
Normen
B
Waarden

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemeenschappelijke verwachtingen en afspraken over gepast gedrag in een bepaalde situatie zijn....
A
Normen
B
Waarden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou identiteit?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Identiteit
= het geheel aan eigenschappen die iemand als eigen en gemeenschappelijk aan zichzelf ervaart, in de situatie dat hij zich vergelijkt met anderen.
--> Bewustzijn dat je uniek en onderscheidend bent

  • Deels kies je zelf voor je identiteit, maar deels wordt het bepaald.
  • Het gaat om wie je bent en om de groepen waar je toe behoort.
  • Persoonlijkheid gaat over wie je van binnen bent, identiteit gaat                                                      over wie jij van buiten bent.




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de identiteit van de docent
De opdracht:
  • Vorm groepen van twee tot drie studenten
  • Beschrijf in de groepen de identiteit van mij. Dit doe je aan de hand van wat je van mij weet/ hebt gezien én wat jij denkt.
  • Het is belangrijk dat je het later kan uitleggen.
  • Jullie schrijven het na 5 minuten op het bord.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus ik....

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten identiteit 
  • Persoonlijke identiteit
  • Sociale identiteit
  • Groepsidentiteit



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstenen identiteit 
  • Lichamelijkheid, uiterlijke verschijning
  • Beroep, werk, functie
  • Plaatselijke afkomst
  • Milieu, sociale klasse
  • Godsdienst, roeping, levensbeschouwing
  • Bezit, eigendom
  • Kennis, ervaring, opleiding
  • Persoonlijke levensgeschiedenis
  • Waarden, normen en tradities
  • Persoonlijke interesses
  • Lidmaatschap van groepen
  • Geslacht   

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bouwstenen identiteit
Ga samen met iemand die je niet veel spreekt speeddaten waarbij je gebruik maakt van de bouwstenen.
  • Doel: Inzicht krijgen van bouwstenen die uitmaken van jou/iemands identiteit.
  • Wie?: Jij en je buurman/buurvrouw
  • Hoe?: Je gaat een gesprek voeren met je buurman/buurvrouw. Het gesprek gaat over de bouwstenen die voorkomen in jou identiteit en in die van je gesprekspartner. Maak ook gebruik van de theorie van periode 1 (actieve luisterhouding, luistervaardigheden etc.).

Tijd?: het gesprek duurt maximaal 5 minuten. Je voert één gesprek waar de bouwstenen van beide personen naar voren komen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke ontwikkelingsfase (leeftijdsfase) staat het ontwikkelen van de eigen identiteit centraal?

Slide 14 - Woordweb

Welke vragen stellen ze dan?

Stellen vragen als: Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik?

Ontwikkeling van de identiteit
  •  Als verzorgende/verpleegkundige is het belangrijk begrip te tonen voor ander gedrag van cliënten dat wijst op willen experimenteren. Geef de cliënt daarbij ook de nodige ruimte. 


  • Identiteitsproblemen= Iemand die in grote onzekerheid verkeert wat betreft belangrijke bouwstenen van zijn identiteit. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bouwstenen van de identiteit

Doel: je kennis en inzicht vergroten en reflecteren op je eigen gevoel en gedrag.

  • Wie?: jij en later ook je klasgenoot
  • Wat?: Je maakt een overzicht van je eigen identiteit. Dit doe je door per bouwsteen na te gaan welke waarde je eraan hecht. Hecht je er weinig, redelijk veel of heel veel waarde aan?   Verwerk dit in een schema, bijvoorbeeld staafdiagram.
  • Hoelang?: 10 minuten. 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Je identiteit is wie jij bent: een uniek mens, anders dan andere mensen. 
  • Je identiteitskaart is een document waarmee je je identiteit kunt aantonen. 
  • De combinatie van al jou eigenschappen maakt je uniek. Niemand is precies zoals jij. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke identiteit.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: de identiteitscirkel
Doel: op een creatieve manier de identiteit zichtbaar maken. 
Wie?: individueel
Wat?: Volg de onderstaande stappen.
  • Maak je eigen identiteitscirkel door de volgende stappen te volgen:
  1.  Pak eerst pen en papier.
  2.  Kies en schrijf op wie of wat voor jou belangrijk is: welke personen, bezigheden, hobby’s, voorwerpen, idealen, doelen enzovoort? Onthoud of noteer alles met trefwoorden.
  3.  Rangschik de trefwoorden in volgorde van belangrijkheid.
  4.  Verdeel een blanco cirkel in ‘taartpunten’: maak de belangrijkste taartpunten groot en de minder belangrijke kleiner.
  5.  Plaats de trefwoorden in de taartpunten.
  6.  Voeg aan de taartpunten teksten, tekeningen, kleuren, foto’s of collages toe, wees lekker creatief.

Voorbeelden: http://stichtingleren.nl/voorbeelden-van-identiteitscirkels/

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: je eigen identiteit onderzoeken
Doel: inzicht krijgen in je eigen identiteit.
Wie?: individueel.
Wat?: 
  1. Bekijk het filmpje: https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=6s_8jX4YGrQ
  2. Geef antwoorden op de vragen uit het word-document. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip: bewaar de opdrachten goed, want je kunt ze misschien gebruiken tijdens de integratieve opdracht!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies