Themadag wonen, je huis inrichten adhv een budget

 Wonen
Een slaapkamer en badkamer inrichten aan de hand van een budget
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Wonen
Een slaapkamer en badkamer inrichten aan de hand van een budget

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het einde van de les kun je/weet je: 
- Wat een budget is;
- Met een budget een ruimte in een woning inrichten;
- Wat je nodig hebt om een ruimte in een woning te kunnen inrichten.

Slide 2 - Tekstslide

Budget 
Een budget = de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Budget 
Niet iedereen heeft hetzelfde budget. Dit is afhankelijk van het inkomen wat je hebt. 

Als je op jezelf gaat wonen is het handig als je geld hebt gespaard. Daarmee kan je spullen kopen om je huis mee in te richten. 

Slide 4 - Tekstslide

Sparen 
Om  een nieuwe keuken te kopen heb je natuurlijk geld nodig. Dat geld heb je vaak niet ineens op je rekening staan. 
Je zal geld moeten sparen om nieuwe keuken te kunnen kopen

Sparen = iets apart zetten voor later (geld) 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het minimumloon van iemand van 20 jaar?
A
1344,-
B
1008,-
C
1680,-
D
840,-

Slide 6 - Quizvraag

Als je 5 jaar lang iedere maand 100 euro hebt gespaard, hoeveel geld heb je dan in totaal gespaard? Reken de som uit op een kladblaadje.

Slide 7 - Open vraag

Opdracht 1
Je hebt  6000 euro om  een  nieuwe keuken en slaapkamer te gaan inrichten. 
4000 euro voor een nieuwe badkamer
2000 euro voor een nieuwe slaapkamer
Wat heb je in ieder geval allemaal nodig? Wat kan je dan allemaal kopen?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2
De opdracht: 
Schrijf op werkblad 1 wat je denkt nodig te hebben voor het inrichten van een  badkamer en slaapkamer (denk aan meubels, spullen voor in de keuken etc.). 
Je mag tijdens deze opdracht samenwerken met een klasgenoot. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2
Ga naar www.leenbakker.nl 

Zoek van alle opgeschreven spullen op je werkblad iets uit op de website en schrijf de prijs op het werkblad achter de spullen die je gekozen hebt. 

Zorg ervoor dat in totaal NIET boven de 4500 euro uitkomt!
Gebruik een rekenmachine!

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 3
Voordat je een huis kunt inrichten moet je soms nog wat klusjes doen. Muren verven, een vloer leggen, behangen, verlichting ophangen. Ook is handig om wat gereedschap in huis te hebben!

Bekijk werkblad 2. 

Maak de opdrachten en geef niet meer uit dan 1500 euro!
Gebruik een rekenmachine!

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een budget?

Slide 12 - Open vraag

Is het jullie gelukt om de opdrachten uit te voeren binnen het budget van 6000 euro?

Slide 13 - Open vraag