In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Nieuwe richtlijnen 2021
14 decenber 2021
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Belangrijke aanvullingen mbt de AED
Blijf tijdens de analyse van de draden van de elektrode af
NIET reanimeren op de draden van de elektroden
Houd afstand van het slachtoffer
Slide 3 - Tekstslide
Belangrijke aanvullingen mbt de AED
De AED aan laten staan en elektroden laten zitten
De linker elektroden meer laten zakken, zodat er meer hart tussen zit.
Slide 4 - Tekstslide
Komt het slachtoffer bij: op de zij = luchtweg vrij!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Meldkamer instructie
De meldkamer is als het ware de COACH voor de hulpverlener
Slide 8 - Tekstslide
Meldkamer instructie
Er komt geen oproep bij de burgerhulpverlener wanneer: - Het SO een kind is < 1 jaar - Bij een onveilige situatie / chemie probleem - AED al is aangesloten - Bij een trauma
Slide 9 - Tekstslide
Meldkamer instructie
De centralist geeft aan bij baby’s, kinderen en drenkelingen: ALTIJD beademen
Slide 10 - Tekstslide
Richtlijnen NRR 2021
Wat is belangrijk Reanimatie volwassene:
Er is waarschijnlijk GEEN direct zuurstof probleem, dus starten met borstcompressie en beademen
Indien je niet durft of niet kan beademen dan alleen borstcompressie want er is nog zuurstof in het lichaam.
Slide 11 - Tekstslide
Richtlijnen NRR 2021
Een AED werkt nauwelijks bij gebrek aan zuurstof dus borstcompressie
Bij kinderen, baby’s en drenkelingen is er een ZUURSTOF tekort, dus beademen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Richtlijnen NRR 2021 (PBLS)
Wat is belangrijk:
Leeftijdsindeling:
Net geboren: zeer specialistische hulpverlening
0 tot 1 jaar
1 tot uiterlijk van een volwassene: de hulpverlening is door opgeleide hulpverleners of professionals
Er is maar één richtlijn voor alle baby’s en kinderen:
Ben je NIET als zodanig opgeleid: dan een reanimatie als volwassenen
Slide 14 - Tekstslide
Richtlijnen NRR 2021 (PBLS)
Wat is belangrijk Reanimatie / verslikking / verstikking baby’s en kinderen:
Ademhalingsproblemen:
Eerst 5 x beademen
Ben je ALLEEN: eerst 5 x beademen dan 112
Ben je ALLEEN en GEEN telefoon: eerst 1 minuut reanimeren dan 112
Slide 15 - Tekstslide
Richtlijnen NRR 2021 (PBLS)
Wat is belangrijk:
Baby < 1 jaar TDOT methode (Twee Duimen Omcirkelende Techniek
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Richtlijnen NRR 2021 (PBLS)
Plaats 2 duimen op het onderste deel borstkas
Druk 1/3 van de borstkast in
Tempo 100 / 120 p/min.
Kind > 1 jaar: met de hiel van de hand
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
1. Bij een bewusteloos slachtoffer kan de luchtweg in rugligging geheel of gedeeltelijk belemmerd raken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
2. Volledig functieverlies van een van de vitale organen leidt binnen 4 tot 6 minuten tot onherstelbare schade en de dood.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
3. Bij een verslikking pas je de Rautek methode toe.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
4. De snelle kantelmethode wordt gebruikt om een slachtoffer van zijn buik op zijn rug te draaien.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
5. Een slachtoffer dat zwanger is, en in de stabiele zijligging gelegd moet worden, moet bij voorkeur op haar linkerzij gelegd worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
6. De diepte van de borstcompressie bij een volwassenen is 5-6 centimeter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
7. De verhouding van de borstcompressie van een volwassenen ten opzichte van de beademing is 15 : 2
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
8. Een bewusteloos slachtoffer met een gaspende ademhaling moet in de stabiele zijligging worden gelegd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
9. Stilstand van de circulatie leidt binnen 5 tot 15 seconden tot bewusteloosheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
10. Stilstand van de circulatie leidt binnen 1 tot 2 minuten tot een volledige stilstand van de ademhaling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
11. Bij beademing moeten twee beademingen in vijf seconden gegeven worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
12. Bij mond-op-mond beademing moet de neus worden dichtgehouden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
13. De beademing is juist als je twee seconden inblaast en de borstkast 5 – 6 centimeter omhoog komt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
14. Bij een beroerte voeren we de MSA-test uit.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
15. Een slachtoffer met mogelijk wervelletsel, dat op zijn buik ligt, en waarbij je de ademhaling wilt controleren mag je nooit bewegen.