H4 Werk aan de winkel: quiz

Arbeidsomstandigheden zijn:
A
Wat je precies als werk doet.
B
Afspraken tussen jou en je baas.
C
regels over veiligheid en welzijn van werknemers
D
Omgang met collega's en je baas.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Arbeidsomstandigheden zijn:
A
Wat je precies als werk doet.
B
Afspraken tussen jou en je baas.
C
regels over veiligheid en welzijn van werknemers
D
Omgang met collega's en je baas.

Slide 1 - Quizvraag

Als de arbeidsomstandigheden verbeteren, dan:
A
blijft de arbeidsproductiviteit gelijk.
B
daalt de arbeidsproductiviteit.
C
stijgt de arbeidsproductiviteit.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is vraag naar arbeid?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle banen + vacatures bij werkgevers.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is aanbod van arbeid?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen met werk en die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 5 - Quizvraag

Een arbeidsovereenkomst is een
A
afspraak tussen de werkgever en werkgever.
B
papier waarop staat hoeveel pauze je hebt.
C
diploma om te mogen werken.
D
document met de arbeidstijden.

Slide 6 - Quizvraag

Bij zwart werk betaal je:
A
geen belasting en geen premies
B
geen belasting
C
wel belasting, geen premies

Slide 7 - Quizvraag

Bij wie kan je een ww-uitkering aanvragen?
A
De overheid
B
Je oude werkgever
C
UWV
D
WW

Slide 8 - Quizvraag

In Lagervelde wonen totaal 45.000 mannen en vrouwen.
Hoeveel vrouwen werken er fulltime?
A
4545
B
4554
C
7695
D
7690

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van een krappe arbeidsmarkt?
A
Veel vacatures, veel werknemers
B
Veel vacatures, weinig werknemers
C
Weinig vacatures, veel werknemers
D
Weinig vacatures, weinig werknemers

Slide 10 - Quizvraag

In Nederland werken er meer vrouwen fulltime dan mannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij een fulltime baan werk je...
A
Minder dan 36 uur
B
5 dagen in de week
C
7 dagen in de week
D
Tussen de 36 en 40 uur

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij conjuncturele werkloosheid?
A
een bedrijf gaat anders produceren
B
het bedrijf verplaatst naar een ander deel van het land
C
een bedrijf ontslaat zomaar medewerkers
D
er is minder vraag naar het product

Slide 13 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is structurele werkloosheid?
A
Dat een bepaald beroep helemaal verdwijnt en dus veel mensen op straat staan
B
Dat mensen elk deel van het jaar dezelfde soort werkloosheid hebben
C
Dat mensen arbeidsongeschikt zijn
D
Dat mensen slechts in bepaalde seizoenen geen werk hebben

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de werkloosheid in procenten als de beroepsbevolking 10.100.000 is en het aantal werklozen 120.000?
A
0,80%
B
2,40%
C
0,12%
D
1,19%

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een manier voor een bedrijf om meer banen te creëren?
A
productie verlagen
B
nieuwe fabriek erbij bouwen
C
werk anders indelen
D
bedrijf langer open laten zijn.

Slide 17 - Quizvraag