4.1 Het rijk van de Franken

4.1 Het rijk van de Franken 
Tijd van monniken en ridders 500-1000
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.1 Het rijk van de Franken 
Tijd van monniken en ridders 500-1000

Slide 1 - Tekstslide

Welke gebeurtenis had de meeste invloed op de val van het Romeinse Rijk?
A
Karel de Grote wordt keizer
B
De pest
C
Slechte keizers
D
Volksverhuizingen

Slide 2 - Quizvraag

Hoe ontstond het rijk van de Franken en hoe werd het bestuurd?

Slide 3 - Tekstslide

Weten we het nog?
Volksverhuizingen
  • Germaanse volkeren wilden altijd graag in het Romeinse Rijk wonen: veiligheid & landbouwgrond 
  • Vanaf de derde eeuw trekken steeds meer stammen het Rijk binnen, opgejaagd door de plunderende Hunnen 
  • Gevolg: chaos in het Romeinse Rijk 

Slide 4 - Tekstslide

Veroveringen
  • Na de volksverhuizingen stort het Romeinse Rijk in --> Europa wordt weer een landbouwsamenleving 
  • In Duitsland en Frankrijk veroveren de Frankische koningen grote gebieden 
  • Belangrijkste koning: Clovis, uit de familie van de Merovingen 
  • Rond 499: Clovis laat zich dopen tot christen  

Slide 5 - Tekstslide

Hofmeiers
  • De hofmeiers van de koningen  
  • Belangrijkste hofmeier: Karel Martel 
  • 732: Slag bij Tours —> Martel verslaat een moslimleger  
  • Pepijn de Korte zet de laatste Merovingische koning af 

Slide 6 - Tekstslide

Wie wist als eerste de Frankische stammen te verenigen?
A
Karel de Grote
B
Clovis
C
Pepijn III
D
Karel Martel

Slide 7 - Quizvraag

Karel de Grote
  • Karel de Grote --> kleinzoon van Karel Martel  
  • 800: paus kroont Karel de Grote tot keizer 
  • Waarom? 
  • - Paus wilt bescherming tegen vijanden 
  • - Karel wilt steun van christendom  

Slide 8 - Tekstslide

Feodalisme
  • Rijk van Karel de Grote is te groot om makkelijk te besturen —> uitvinding leenstelsel (feodalisme)  
  • Lokale edelman (leenman / vazal) krijgt van Karel (leenheer) een stuk grond in leen om in zijn naam te besturen 
  • In ruil beloofd de vazal trouw aan Karel: bijstaan in raad en daad (helpen in oorlogen met ridders) 

Slide 9 - Tekstslide

Feodalisme
  • Problemen leenstelsel: 
  • - Leenmannen zagen de leen als hun eigen bezit: na dood erven zonen de geleende grond 
  • - Leenmannen lenen de grond door aan lagere edelmannen (achterleenmannen) 
  • Gevolg: afname macht leenheer 

Slide 10 - Tekstslide

Feodale samenleving

Slide 11 - Tekstslide

Leenheer
  • Geeft een stuk land te leen aan de leenman 
  • Moet zijn leenmannen beschermen 
Leenman
  • Moet het stuk land besturen en trouw zijn aan de leenheer 
  • Moet de vorst helpen als er een leger nodig is 

  • Ze hebben elkaar dus nodig!

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn vazallen?
A
Huursoldaten die vechten voor geld
B
Ridders die een stuk land besturen
C
Ander woord voor leenmannen
D
Trouwe onderdanen van de koning

Slide 13 - Quizvraag

Wie speelde een grote rol in het verdrijven van de moslims uit Europa?
A
Clovis
B
Karel Martel
C
Pepijn III
D
Karel de Grote

Slide 14 - Quizvraag

Welk geloof had Clovis?
A
Romeinse godsdienst
B
Jodendom
C
Christendom
D
Islam

Slide 15 - Quizvraag

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Kon een edelman leenheer en leenman tegelijk zijn?

Slide 17 - Open vraag

Een leenman splitste vaak zijn land weer in kleinere stukken land in leen aan lagere edelen.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

De leenheer beloofde de leenman met raad en daad bij te staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide