Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt. Je kunt toelichten welke rol geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie spelen bij het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.
Je kunt omschrijven wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
Je kunt omschrijven wat overeenkomsten tussen verschillende soorten organismen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie. Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.
2 leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
De evolutietheorie
Evolutie = ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
Evolutietheorie gaat uit van:
Veranderingen in het genotype
Natuurlijke selectie
Ontstaan van nieuwe soorten door isolatie
Slide 4 - Tekstslide
Veranderingen in genotype
Veel variatie binnen een soort door geslachtelijke voortplanting en mutaties.
Binnen een populatie lieveheersbeestjes zie je onderling veel verschillen in het uiterlijk.
Slide 5 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Elk organisme krijgt te veel nakomelingen. Organismen met gunstigste genen hebben de grootste overlevingskans > kunnen meer en betere nakomelingen maken Aanpassingen aan het milieu zoals schutkleur kunnen voordelig zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Het ontstaan van nieuwe soorten
Populatie van dieren wordt door natuurlijke oorzaak in twee groepen gesplitst
In beide gebieden treedt natuurlijke selectie op waardoor de twee populaties zich aanpassen aan de daar heersende omstandigheden
Na verloop van tijd zijn twee populaties zo van elkaar gaan verschillen dat ze geen vruchtbare nakomelingen meer kunnen krijgen
Een populatie van dieren wordt door een natuurlijke oorzaak langdurig van elkaar geïsoleerd.
In beide gebieden treedt natuurlijke selectie op waardoor de twee populaties zich aanpassen aan de daar heersende omstandigheden.
Na verloop van tijd zijn twee populaties zo van elkaar gaan verschillen dat ze geen vruchtbare nakomelingen meer kunnen krijgen. De soort is geëvolueerd.
Het ontstaan van nieuwe soorten
Slide 7 - Tekstslide
Argumenten voor evolutie
Fossielen
Overeenkomsten in bouw
Rudimentaire organen / rudimenten
Overeenkomst in embryonale ontwikkeling
Overeenkomst in volgorde DNA
Bouw van eiwitten
Processen in de cel
Slide 8 - Tekstslide
Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten .
Op basis van delen van een fossiel kun je een reconstructie maken van hoe het organisme er uit heeft moeten zien.
Slide 9 - Tekstslide
Overeenkomst in bouw
Bestudering fossielen toont aan dat veel organismen zijn ontstaan uit dezelfde
grondvorm en zich
hebben aangepast aan
verschillende milieus
Slide 10 - Tekstslide
Rudimentaire organen
Organen die in loop van de evolutie functie verliezen en verdwijnen . Bijv. staartbeen, blinde darm, heupbeen walvis
Slide 11 - Tekstslide
Overeenkomst in embryonale ontwikkeling
In begin van de ontwikkeling lijken embryo’s sterk op elkaar, waardoor het aannemelijk is dat gewervelden een gemeenschappelijke voorouder hebben