L18: Humor is (niet) om te lachen

pag. 189
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

pag. 189

Slide 1 - Tekstslide

Ken je een goede mop?

Slide 2 - Tekstslide

Soorten humor
  • sarcasme
  • cynisme
  • zwarte humor
  • absurde humor
  • woordspeling
  • parodie

Slide 3 - Tekstslide

Naar welke soort humor gaat jullie voorkeur?
sarcasme(bijtende kwetsende spot)
cynisme(harde humor)
zwarte humor(ziektes en dood)
absurde humor(situaties vervormen)
woordspelingen(woordgrapjes)
parodie(imitaties)

Slide 4 - Poll

Deel 1: De geschiedenis van de mop


Luisterfragment
Neem pen en en vul kader op pag. 189 aan.
Nadien volgen er 3 vragen.

Slide 5 - Tekstslide

Pag. 189
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4

Slide 6 - Tekstslide

  • in de twintigste eeuw op de fabrieksvloer en op café
  • De mop had een ontspannende, afleidende functie.
  • professor-historicus Johan Verberckmoes
  • 16e eeuw, humanisten
  • Moppen van Romeinen en Grieken werden in moppenboekjes verzameld met veel uitleg bij.
  • Later werden ze verspreid.
  • Mensen stelden moppenencyclopedieën samen
  • Er worden nu meer visuele moppen via het internet verspreid.
  • We zijn zo mobiel geworden dat we minder samenzitten met een groep om grappen te vertellen.
  • Andere alternatieven (cabaret, internet...)

Slide 7 - Tekstslide

Enkele vragen...

Slide 8 - Tekstslide

a Heeft de mens altijd al moppen verteld?

Slide 9 - Open vraag

b Waarom worden er nu minder moppen verteld?

Slide 10 - Open vraag

c Wanneer kende de klassieke mop haar hoogtepunt?

Slide 11 - Open vraag

Deel 2: Grappige types en situaties
Pag. 190

Slide 12 - Tekstslide

Fragment Loslopend wild & gevogelte

Ken je dit programma?

Slide 13 - Tekstslide

Welke sketch vond je het grappigst?

Waarom?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een sketch?

Slide 15 - Woordweb

Sketch =
Een kort komisch optreden met een of meer acteurs. Vaak zijn er meerdere sketches achter elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe proberen de makers hun publiek aan het lachen te brengen?
A
...grappige dingen zeggen
B
...er vreemd uitzien.
C
...ongewone karaktertrekken
D
...vreemde dingen doen in een bepaalde context.

Slide 17 - Quizvraag

Fragment F.C De Kampioenen en Sociaal Incapabele Michiel

Slide 18 - Tekstslide

5.a Noem 1 ding dat deze fragmenten grappig maakt.

Slide 19 - Woordweb

pag. 190

Slide 20 - Tekstslide

b. Hoe noem je een personage waarvan maar een karaktertrek overheerst?
-----> bv. Markske van F.C. De Kampioenen 

  • een typetje / flat character

Slide 21 - Tekstslide

situatiehumor
karakterhumor
flat character
personage waarbij maar 1 karaktertrek is uitgewerkt
humor vloeit voort uit gebeurtenissen
humor vloeit voort uit personages of typetjes

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Deel 3: Soorten humor
Pag. 191

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Pag. 192

Slide 30 - Tekstslide

Pag. 192

Slide 31 - Tekstslide

cynisme
absurde humor
parodie
zwarte humor
Humor over onderwerpen die in het dagelijkse leven tot de taboesfeer behoren. 
Vorm van humor waarbij men vertrekt van een onrealistisch uitgangspunt / idee en dat tot in het absurde uitwerkt. 
Bittere humor waaruit je de teleurstelling van de humorist in zichzelf of anderen kan afleiden. 
Een humoristische nabootsing van een bekend persoon, gebeurtenis, film of serie. 

Slide 32 - Sleepvraag

cynisme (teleurstelling in zichzelf of anderen)
absurde humor (onrealistische ideeën)
parodie (humoristische nabootsing)
zwarte humor (over taboe onderwerpen)

Slide 33 - Sleepvraag

Tot slot...
Bekijk de onthoudkader op pag. 196





Quiz-time!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide


A
parodie
B
zwarte humor
C
cynisme
D
absurde humor

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide


A
zwarte humor
B
absurde humor
C
cynisme
D
situatiehumor

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide


A
woordspeling
B
absurde humor
C
cynisme
D
situatiehumor

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide


A
parodie
B
absurde humor
C
cynisme
D
situatiehumor

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide


A
parodie
B
absurde humor
C
cynisme
D
karakterhumor

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide


A
parodie
B
absurde humor
C
cynisme
D
karakterhumor

Slide 46 - Quizvraag

Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal zakkenvullers, die politici.
A
absurde humor
B
zwarte humor
C
karakterhumor
D
cynisme

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide


A
parodie
B
absurde humor
C
situatiehumor
D
woordspeling

Slide 49 - Quizvraag