In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Regels
geen reactie : afwezig melding
niet in beeld : afwezig melding
mic op mute , alleen aan wanneer er een vraag wordt gesteld
Slide 2 - Tekstslide
Telefoon in telefoontas!
Slide 3 - Tekstslide
PTA
Denk aan inleveren Praktische opdracht media:
Toets media + criminaliteit:
maandag 19 juni
weging 2
Slide 4 - Tekstslide
Vandaag
1. Clip
2.Uitleg § 1 : Wat is criminaliteit
3. Maken opdrachten
Slide 5 - Tekstslide
Jongeren en criminaliteit
Toename jongeren die met criminaliteit in aanraking komen
Slide 6 - Tekstslide
eenvandaag.avrotros.nl
Slide 7 - Link
9.1 Wat is criminaliteit?
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les je kun je herkennen en/of uitleggen:
het verschil tussen asociaal en strafbaar.
het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.
wanneer je een crimineel bent.
dat misdrijven tijdsgebonden zijn.
wat een rechtstaat is.
het verschil tussen materiële en niet-materiële gevolgen.
Slide 9 - Tekstslide
Criminaliteit
Verschil asociaal en strafbaar gedrag.
Verschil tussen misdrijven en overtredingen.
Slide 10 - Tekstslide
Criminaliteit
Asociaal of ook strafbaar?
Wanneer wordt asociaal gedrag strafbaar?
Delict = strafbaar feit
Slide 11 - Tekstslide
Asociaal VS strafbaar
Wet overtreden
Geen rekening met anderen
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het verschil?
Overtreding of misdrijf?
Slide 13 - Tekstslide
Overtredig of misdrijf?
Overtreding: Lichte strafbare feiten
Misdrijf: Ernstige strafbare feiten (strafblad)
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Misdrijf
Verhoor door politie
Zwaardere straffen
Ouder dan 12 jaar: strafblad
Slide 17 - Tekstslide
Strafblad
Als je een strafblad hebt, dan krijg je geen verklaring omtrent het gedrag (VOG). Dit heb je voor veel werk nodig. Je kunt dan vaak heel moeilijk werk vinden. Je kunt bijvoorbeeld ook niet meer altijd op vakantie in sommige landen.
Slide 18 - Tekstslide
Wanneer ben je crimineel?
Niet iedereen die een overtreding begaat, is meteen crimineel. Meestal noem je iemand crimineel wanneer er sprake is van een misdrijf.
Criminaliteit: Alle misdrijven zoals die in de wet staan
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Video
Op vakantie............
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Tijdgebonden
Wat strafbaar is en wat niet verandert door de tijd heen.
Bijv. Vroeger was overspel strafbaar, nu niet meer.
Plaatsgebonden
Wat in Nederland is toegestaan kan in een ander land strafbaar zijn.
Bijv. wapenbezit is in de VS legaal, in Nederland niet.
Criminaliteit is afhankelijk van tijd en plaats
Slide 23 - Tekstslide
Video
Seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Tekstslide
Gevolgen criminaliteit
Materiële gevolgen: schade die je kunt berekenen in geld. Bijvoorbeeld een vernielde winkelruit.
Niet-materiële gevolgen: gevolgen die niet in geld zijn uit te drukken. Bijv. angst voor een nieuwe inbraak.