Het Practicumlokaal

1.2 Het practicumlokaal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.2 Het practicumlokaal

Slide 1 - Tekstslide

§ 1.2 het practicumlokaal

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je leert:
  • dat je soms moet werken werken met speciaal glaswerk
  • hoe dit speciale glaswerk heet
  • wat een bunsenbrander is en hoe deze werkt
  • dat je drie verschillende soorten vlammen kan maken
  • welke veiligheidssymbolen er zijn


Slide 3 - Tekstslide

GLASWERK
TRECHTER             MAATCYLINDER               REAGEERBUIS                     BEKERGLAS                     ERLENMEYER

Slide 4 - Tekstslide

DE BUNSENBRANDER

  • GASREGELSCHROEF
met de gasregelschroef regel je de grootte van de vlam.

  • LUCHTRING
met de luchtring regel je de hitte (temperatuur) van de vlam
                LUCHTRING

GASREGELSCHROEF

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

NOODSTOP
In een practicumlokaal of een technieklokaal werk je veel met elektrische apparaten.

Met een NOODSTOP gaat in één keer alle elektriciteit uit! 

Slide 7 - Tekstslide

SYMBOLEN
ONTVLAMBAAR         CORROSIEF          EXPLOSIEF            IRRITEREND            GIFTIG

Slide 8 - Tekstslide

Log in onder je normale naam, zonder speciale tekens.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet dit onderdeel van de brander?
----->
A
gasregelschroef
B
luchtring

Slide 13 - Quizvraag

Wat regel je met dit onderdeel van de brander?
--->
A
de grootte van de vlam
B
de hitte van de vlam

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet de vlam boven nummer 2?
      1             2            3
A
de gele vlam
B
de blauwe of doorzichtige vlam
C
de ruisende vlam (met kern)
D
geen idee

Slide 15 - Quizvraag

welke vlam gebruik als je even niets hoeft te verhitten?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
geen enkele vlam

Slide 16 - Quizvraag

welke vlam is het heetst?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
alle vlammen zijn even heet

Slide 17 - Quizvraag

Als je op de noodstop drukt gaat ook het licht uit in het lokaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Als je een gevaarlijke situatie ziet gebeuren aan een machine met een noodstop, wat moet je dan doen?
A
aan de docent vragen of je op de noodstop mag drukken
B
gelijk op de noodstop drukken
C
aan de docent doorgeven dat er een gevaarlijke situatie is
D
niets, gewoon blijven kijken

Slide 19 - Quizvraag

Nu aan de slag met vragen
Maak van § 1.2 vraag 20 t/m 34 (blz. 17)

Slide 20 - Tekstslide

Nu aan de slag met hv vragen
Maak van § 1.2 vraag 11 t/m 19  (blz. 15)

Slide 21 - Tekstslide