2.4 deel 2 thuiswerk les 12-10

Aan het eind van de les weet ik wat een verhoudingstabel is.
Aan het eind van de les weet ik hoe ik met een verhoudingstabel kan rekenen
Aan het eind van de les weet ik wat een verhoudingstabel is.
Aan het eind van de les weet ik hoe ik met een verhoudingstabel kan rekenen

2.4 Verhoudinstabellen --> wel/ geen verhoudingstabel
Maken opdracht: 51 t/m 56 op blz. 77 t/m 79
Kan ik antwoord geven op het doel
Maken opdracht: 51 t/m 56 op blz. 77 t/m 79
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van de les weet ik wat een verhoudingstabel is.
Aan het eind van de les weet ik hoe ik met een verhoudingstabel kan rekenen
Aan het eind van de les weet ik wat een verhoudingstabel is.
Aan het eind van de les weet ik hoe ik met een verhoudingstabel kan rekenen

2.4 Verhoudinstabellen --> wel/ geen verhoudingstabel
Maken opdracht: 51 t/m 56 op blz. 77 t/m 79
Kan ik antwoord geven op het doel
Maken opdracht: 51 t/m 56 op blz. 77 t/m 79

Slide 1 - Tekstslide

Je gaat nu eerst de stof van de vorige les herhalen.

Slide 2 - Tekstslide

verhoudingstabellen herhalen
Een verhoudingstabel is een tabel waarvoor geldt: "Wat je boven doet, doe je ook onder"

Hierbij gaat het om wat er bij de pijlen staat.
Als je het even niet meer weet, lees dan de theorie op blz. 76 en 77

Slide 3 - Tekstslide

De tabel hiernaast
is een verhoudingstabel.
Wat moet er op de plek
van het vraagteken
komen?
Tip: Kijk goed naar de pijlen
A
49
B
48
C
16
D
96

Slide 4 - Quizvraag

uitleg van de vraag hiervoor
Op de plek van het vraagteken moet 48 komen te staan.
Boven in de tabel staat er bij de pijl x 4. Dat betekent dat je aan de onderkant van de tabel ook x 4 moet doen. 
12 x 4 = 48

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel flessen zitten er
in 10 kratten?

Tip: teken het over op een
blaadje en teken zelf
de pijlen er bij.
A
89
B
9
C
90
D
10

Slide 6 - Quizvraag

Uitleg van de vraag hiervoor
Boven in de tabel heb je de meeste informatie dus daar ga je naar kijken.
Om van 1 naar 3 te gaan doe je x 3. 
9 x 3 = 27 (zie paarse hokje hieronder)
Om van 1 naar 10 te gaan doe je x 10.
9 x 10 = 90 (zie groene hokje hieronder) 
27
90

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt nu de uitleg over verhoudingstabellen herhaalt.
Nu komt er een stukje uitleg over hoe je kan onderzoeken of een tabel WEL of GEEN verhoudingstabel is

Slide 8 - Tekstslide

2.4 Verhoudingstabellen deel 2
 Wel of geen verhoudingstabel
Niet alle tabellen zijn verhoudingstabellen
Je hebt namelijk ook gewoon tabellen waarbij niet geldt:
"Wat je boven doet, doe je ook onder"



Slide 9 - Tekstslide

Wel of geen verhoudingstabel?


Is de tabel hieronder wel of geen verhoudingstabel?
Kijk of voor alle pijlen geldt: "wat je boven doet, doe je ook onder"
27
90
50
x 3
x 10
x 3
x 10

Slide 10 - Tekstslide

Is dit WEL
of GEEN
verhoudingstabel?
A
Wel
B
Geen

Slide 11 - Quizvraag

Nu ga je aan de slag met opdrachten uit je boek.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht: 51 t/m 56 op blz. 77 t/m 79

Had je dat al af in de les van gister dan ga je aan de slag met: 
opdracht 56 t/m 60 op blz. 79 en 80



Slide 13 - Tekstslide

Doelen van de les behaald?
Aan het eind van de les weet ik wat een verhoudingstabel is.
Aan het eind van de les weet ik hoe ik met een verhoudingstabel kan rekenen

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk?
Zorg dat je donderdag 15 oktober in ieder geval de volgende opdrachten af hebt: 51 t/m 56 op blz. 77 t/m 79

Als je iets niet snapt, sla je het over en dan is het niet erg als je die opdracht niet gemaakt hebt.

Slide 15 - Tekstslide