week 41 Functiewoorden en verbindingswoorden

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

In welk antwoord zijn beide woorden/zinnetjes juist?
A
verdonkeremanen, hergebruiken
B
die koffer weegt zwaar, verhaspelen
C
ge-verhaspeld, verexcuseren
D
die jurk kost duur, die koffer weegt zwaar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke zin is fout?
A
De directie gaven al hun medewerkers een leuk kerstcadeau.
B
Een groot aantal leerlingen kwamen naar het schoolfeest.
C
Een reeks artikelen zijn opgenomen in het boek.
D
De Verenigde Staten van Amerika bemoeien zich actief met de oorlog in Oekraïne.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin is juist?
A
Die film is erg goed en mag je niet missen!
B
Ze maakte eerst zichzelf en daarna haar vriendinnen op.
C
De docent nam afscheid en werd een prachtig cadeau aangeboden
D
Ik heb je gezien en een advies voor je.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn de verbindingswoorden? (2x)
Mijn opa is opgegroeid in een groot gezin. Soms vond hij dat wel druk, maar hij wist niet beter. In zo’n groot gezin moest natuurlijk ook de aandacht worden verdeeld. ‘’Wij kinderen kregen thuis bijna geen aandacht, vroeger was dat anders dan nu.’’ zegt mijn opa. 
Ook moesten kinderen thuis veel klusjes doen. ‘’Ik hoefde niet alleen mijn bed op te maken en de tafel te dekken, wij moesten veel meer doen.’’ zegt hij. Zo had hij kippen en moest hij elke dag het kippenhok schoonmaken. ‘’Gelukkig was ik een man en geen vrouw, thuis moesten vrouwen veel meer doen.’’

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn de verbindingswoorden?
Mijn opa is opgegroeid in een groot gezin. Soms vond hij dat wel druk, maar hij wist niet beter. In zo’n groot gezin moest natuurlijk ook de aandacht worden verdeeld. ‘’Wij kinderen kregen thuis bijna geen aandacht, vroeger was dat anders dan nu.’’ zegt mijn opa. 
Ook moesten kinderen thuis veel klusjes doen. ‘’Ik hoefde niet alleen mijn bed op te maken en de tafel te dekken, wij moesten veel meer doen.’’ zegt hij. Zo had hij kippen en moest hij elke dag het kippenhok schoonmaken. ‘’Gelukkig was ik een man en geen vrouw, thuis moesten vrouwen veel meer doen.’’

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de verbindingswoorden? (4x)
Voor mijn werk reis ik veel. Zo ben ik veel in Tanzania (Afrika) geweest. Ik was daar 3 weken geleden nog. Dan ga ik op zoek naar een dorp in de middle of nowhere. Dan laten wij onze movieroadshow zien en dan zie, voel en proef ik waar we het voor doen.
Ook ga ik wel eens naar de klimaattop in New York. Daar komen alle wereldleiders samen om over het klimaat te praten en dan mogen wij presenteren, om te laten zien hoe we het aanpakken. Het is belangrijk om daar te zijn, omdat alle grote klimaatsponsors daar zijn en die zien dan hoe goed wij het doen en dan willen ze hopelijk investeren.

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn de verbindingswoorden? 
Voor mijn werk reis ik veel. Zo ben ik veel in Tanzania (Afrika) geweest. Ik was daar 3 weken geleden nog. Dan ga ik op zoek naar een dorp in de middle of nowhere. Dan laten wij onze movieroadshow zien en dan zie, voel en proef ik waar we het voor doen. Ook ga ik wel eens naar de klimaattop in New York. Daar komen alle wereldleiders samen om over het klimaat te praten en dan mogen wij presenteren, om te laten zien hoe we het aanpakken. Het is belangrijk om daar te zijn, omdat alle grote klimaatsponsors daar zijn en die zien dan hoe goed wij het doen en dan willen ze hopelijk investeren.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide